Op 31 mei 1981 organiseerde de Leidse Kraakbond een ‘actiedag tegen de leegstandswet’. Volgens het Leidsch Dagblad was de dag bedoeld om informatie te geven en discussie te voeren over de wet. Hierbij maakten ze gebruik van zogenaamde kraakcultuur: door middel van toneelstukken, liedjes, tentoonstellingen en affiches probeerden ze hun boodschap over te brengen.
De leegstandswet
De leegstandswet werd op 21 mei 1981 met een ruime meerderheid aangenomen door de Eerste Kamer. De wet bepaalde dat leegstaande gebouwen bij een zogenaamd ‘leegstandsregister’ moesten worden aangemeld op straffe van een boete van maximaal 25.000 gulden. Hierdoor zou de overheid leegstaande panden makkelijker kunnen vorderen. Ook zouden leegstaande panden beter beschermd zijn tegen krakers. Zij zouden namelijk een boete van maximaal 500 gulden krijgen wanneer ze een pand kraakten dat in het leegstandsregister stond.  Leidsch Dagblad 27 mei 1981
‘Er is geen geld’De Leidse Kraakbond was om verschillende redenen tegen de wet. Ten eerste zou de gemeente Leiden niet over voldoende geld beschikken om de wet uit te voeren. ‘Er is geen geld om een leegstandsregister aan te leggen, geen geld om extra ambtenaren aan te trekken, geen geld om huizen te vorderen, laat staan om die huizen op te knappen,’ aldus een lezersbrief van de Leidse Kraakbond die in het Leidsch Dagblad werd gepubliceerd. In deze brief stelde de Kraakbond bovendien dat speculanten ‘gemakkelijk door de mazen van de wet kunnen glippen’ door hun woning onder te verhuren of door gebruik te maken van schijnbewoning.  Leidsch Dagblad 27 mei 1981; Leidsch Dagblad 13 juni 1981
Hetgeen de Leidse Kraakbond echter het meest tegen de borst stuitte was dat deze wet kraken strafbaar stelde. In een artikel in het Leidsch Dagblad benadrukte een woordvoerder van de Leidse kraakbond nog eens waarom kraken zo’n belangrijk middel was om woningnood te bestrijden: ‘Ondanks alle mooie wetten en beloftes is er nog steeds woningnood. Met het kraken van leegstaande panden los je nog slechts een stukje woningnood op, maar het kraken is tevens een pressiemiddel voor de overheid om eindelijk eens veel geld uit te trekken voor de bouw van goede en goedkope woningen.’ (Leidsch Dagblad 27 mei 1981)
Op 27 mei 1981, drie dagen voordat de actiedag zou plaatsvinden, plaatste het Leidsch Dagblad een uitgebreid artikel over het evenement waarin de plannen en de standpunten van de Leidse Kraakbond uiteen gezet werden. Ook liet de journalist meerdere malen vertegenwoordigers van de Leidse Kraakbond aan het woord. Zo eindigde hij het artikel met een oproep van de Kraakbond om deel te nemen aan de actiedag.  Leidsch Dagblad 27 mei 1981
Kraakcultuur
‘Moeder, zie je daar dat huisje leestaan?’Op 1 juni verscheen er weer een artikel in het Leidsch Dagblad over de actiedag, waarin het verloop van de dag besproken werd. Op de Haarlemmerstraat was van twaalf tot twee straattoneel opgevoerd dat speculatie en een ‘ontoereikend overheidsbeleid’ aan de kaak stelde. Tijdens de voorstelling werden ook enkele liedjes gezongen waaronder de smartlap: ‘Moeder, zie je daar dat huisje leegstaan’. Volgens het Leidsch Dagblad werd het straattoneel goed ontvangen door het winkelend publiek: ‘Naast irritaties – mensen die zich gehinderd voelden op hun tocht langs de winkels – bleek een aantal ook bereid tot een gesprek over de woningnood en wat daaraan te doen.’
Naast straattoneel was er ook een fototentoonstelling over ‘hoe krakers leegstaande en verkrotte woonruimte weer bewoonbaar hebben gemaakt’. Bovendien werd er een film getiteld ‘Chaos in de rechtstaat’ gedraaid in het Leids Vrijetijdscentrum. De film ging over de motivatie van krakers en hun problemen met de overheid en de politie. Ten slotte werden langdurig leegstaande panden van ‘kleine affiches met tekst en uitleg’ voorzien en deelden leden van de Kraakbond informatiekranten uit.  Leidsch Dagblad 27 mei 1981; Leidsch Dagblad 1 juni 1981
Een ‘rumoerig’ einde
Toen het programma afgelopen was, trok de Kraakbond samen met een aantal sympathisanten naar de ‘nog altijd leegstaande nieuwbouwwoningen’ van het WUPO (aan de Weddesteeg). De politie werd al snel gealarmeerd toen een van de actievoerders de woningen bekladde met teksten als ‘WUPO-woningen = asociale woningen’. Hij werd na een korte achtervolging gearresteerd. Een tweede demonstrant werd gearresteerd omdat hij een van de agenten geschopt zou hebben.
Toen de politie de twee arrestanten naar het bureau wilde brengen, werd hun doorgang geblokkeerd door enkele demonstranten. Ondertussen werd de politieauto bespoten met verf. De politie vroeg daarop om versterking. ‘Een van de opgeroepen agenten werd bij aankomst naar de grond getrokken en door zes mensen belaagd. Met het trekken van zijn dienstpistool dwong hij zijn belagers terug’, aldus het Leidsch Dagblad.
‘Ze trokken hem aan zijn haren’De actievoerders vertelden een andere kant van het verhaal aan het Leidsch Dagblad. Volgens hen was de eerste arrestatie nogal hardhandig verlopen: ‘Ze trokken hem aan zijn haren, sloegen en stompten, hetgeen op het politiebureau nog eens dunnetjes over werd gedaan.’ Ook beweerden de krakers dat de tweede arrestant niet was aangehouden wegens schoppen, maar omdat hij aan het filmen was.  Leidsch Dagblad 1 juni 1981
Op 13 juni verscheen een laatste artikel over de actiedag in het Leidsch Dagblad. Ditmaal ging het om een lezersbrief, geschreven door de Leidse Kraakbond. In de brief uitte de Kraakbond haar verontwaardiging over de verslaggeving rondom de actiedag. Volgens hen lag de nadruk hiervan te veel op het ‘rumoerige einde’ van de dag. ‘Bovendien is de berichtgeving vrijwel alleen maar gebaseerd op informatie verkregen uit het politiebureau’, aldus de Kraakbond. Zij stelde dat hierdoor haar belangrijkste boodschap – dat de leegstandswet nadelig zou uitpakken voor een gemeente als Leiden- niet voldoende naar voren was gekomen in de krant.  Leidsch Dagblad 13 juni 1981
Conclusie
De actiedag tegen de leegstandswet laat zien dat de Kraakbond de Leidse bevolking bij haar acties wilde betrekken. Ze wilde sympathie voor haar zaak winnen door op een speelse manier de noodzaak en het nut van kraken uit te leggen. Dit zie je vaak terug bij kraakacties. Zo organiseerden de krakers van klooster de Goede Herder in Zoeterwoude een open dag. Het programma bevatte een kindermiddag, evenals een rondleiding, een toneelstuk en optredens van verschillende popgroepen. Krakers deelden ook vaak pamfletten uit na een kraakactie, om buurtbewoners hun beweegredenen uit te leggen.
De sensationele en gewelddadige invalshoek die het Leidsch Dagblad kiest bij haar verslaggeving over de actiedag is ook interessant. Dit is immers een veel voorkomend mediaframe bij de verslaggeving rondom kraakacties en dit frame heeft een grote rol gespeeld in de totstandkoming van het stereotype van de anarchistische, gewelddadige kraker.
Leidsch Dagblad 27 mei 1981; 1 juni 1980; 13 juni 1980