Op 10 maart 1979 bezette een groep vrouwen voor het jubileumfeest van het Vrouwenhuis voor één avond een gemeentelijk pand aan de Breestraat. Volgens het krantenartikel in de Leidse Courant kraakten daarbij zelfs raadsleden mee.
‘Zat om aan het lijntje gehouden te worden’In 1979 bevond het Vrouwenhuis, een plek ‘waar Leidse vrouwen bij elkaar’ konden komen, zich aan de Nieuwe Rijn. Volgens de vrouwen was het gebouw echter te klein en bovendien verkeerde het in slechte staat. De gemeente had de vrouwen al langer een vervangend gebouw toegezegd, maar dit liet op zich wachten. De actievoersters verklaarden: ‘We hebben het pand aan de Breestraat, tegenover het stadhuis gekraakt, omdat we het zat zijn zolang aan het lijntje gehouden te worden. Wij willen het vijfjarig bestaan van het Vrouwenhuis nu eens in een behoorlijke ruimte vieren.’
De vrouwen verzamelden zich op de Nieuwe Rijn voor het feest. Volgens de krant was het de meesten van hen toen nog niet bekend dat het feest plaats zou gaan vinden in een kraakpand. De journalist beschreef de actie als volgt:
‘In een demonstratieve optocht trokken honderden feestgangsters met de barvoorraad, asbakken, barkrukken en feestversiering, langs het stadhuis naar het gekraakte pand. Onder begeleiding van een vrouw met een megafoon werd een voor de gelegenheid gemaakt lied gezongen, waarvan de inhoud ondubbelzinnig met harde acties dreigde als er niet snel een nieuw Vrouwenhuis uit de bus zou komen.’
Bij het feest mochten geen mannen naar binnen. Ook een man van de gemeentewerken werd de toegang geweigerd. Volgens de krant werd de man gerustgesteld door de toezegging van de vrouwen dat het ging om een demonstratieve actie en dat de kraakactie dus slechts van korte duur zou zijn.
De krant karakteriseerde de kraakactie als een ludieke actie, maar besteedde ook aandacht aan de reële eisen van de vrouwen. Daarnaast werd de deelname van raadsleden aan het feest benadrukt. Onder de kraaksters bevonden zich raadsleden van de PvdA, van de PSP. Zélfs werd de VVD vertegenwoordigd door een raadslid uit Oegstgeest.
De gemeente greep niet in tijdens de actie en ook de politie hield zich op afstand. Een van de
van de actievoersters vertelde de krant dat er ‘honderden vrouwen’ op het feest waren afgekomen, die in het pand op de Nieuwe Rijn niet zouden hebben gepast. Wethouder Van Dam was echter niet onder de indruk van dat argument:
‘Deze actie was helemaal niet nodig geweest. Als [de] vrouwen ons tevoren te kennen hadden gegeven dat zij voor hun feest een grotere ruimte nodig hadden, hadden ze die zo kunnen krijgen. Ook de verhalen over “aan het lijntje gehouden worden door de gemeente” kloppen niet.’ Hij suggereerde dat er dezelfde maand een definitiever bericht zou komen van de gemeente en zei dat de gemeente er in ieder geval ‘hard aan bezig’ was. Leidse Courant 12 maart 1979
Conclusie
In de Breestraat werden vaker panden slechts kortstondig gekraakt. Daarbij werden vaak specifieke eisen gesteld aan de gemeente. Dit had niet altijd resultaat. (Zie Politiek kraken aan de Breestraat) In dit geval waren de vrouwen met de actie waarbij ze op een vrolijke manier hun huisvestingsprobleem aankaartten echter wel succesvol, al liet het resultaat even op zich wachten.
Het Vrouwenhuis kreeg in oktober 1979 het voormalig pand van Bureau Huisvesting aan de Hooigracht toegewezen, waar ze prompt introkken nog voordat het pand was opgeknapt. Volgens PSP-raadslid Ponsen was er een gerede kans dat het pand zou kunnen worden gekraakt wanneer het langer leegstond. Leidsch Dagblad 17 oktober 1979