Bij de bouw van een nieuw politiebureau aan de Langegracht in 1986 vinden we voorbeeld van demonstraties en dreiging van geweld in Leiden en hoe dat door de media geassocieerd wordt met kraken, terwijl die associatie ongegrond is.
In 1986 werd het nieuwe politiebureau aan de Langegracht ingericht. Op 11 maart verscheen er in het Leidsch Dagblad een bericht dat het bureau nog niet eens was ‘afgebouwd, of het heeft al criminelen binnen de muren gehad’. Een groep van inbrekers hadden een houten schot verwijderd en waren zo het cellencomplex binnengedrongen. Vervolgens hadden ze een aantal gereedschapskisten opengebroken. De inbrekers gingen er met gereedschap vandoor. Zij hadden enkele boormachines ter waarde van 7000 gulden meegenomen, zo berichtte de krant.
Een interessant detail is dat het krantenartikel kopte met ‘Politiebureau nu al gekraakt’, waarmee het inbreken bedoeld werd. Het is opvallend dat nog in 1986 dit gebruik van het woord kraken voorkwam. Bovendien is het een voorbeeld van een negatieve associatie die door de media gelegd werd: inbrekers en politiebureau werden in dit geval verbonden door het woord ‘kraken’. Later in het jaar stond het nieuwe politiebureau opnieuw in het nieuws, ditmaal door de dreiging van grote demonstraties tegen het nieuwe gebouw.
Resultaten van een dagje demo Op 23 mei 1986 meldde het Leidsch Dagblad dat er ‘meer dreiging dan geweld’ was geweest bij de opening van het politiebureau. ‘Twee arrestaties, een bekladde muurschildering, kapotte flessen, twee gebroken ruiten en een verbrande vlag. Resultaten van een dagje demo/blokkade,’ berichtte de krant. Ongeveer honderdvijftig actievoerders demonstreerden tijdens de feestelijke opening van het nieuwe politiebureau. De politiewoordvoerder liet aan de krant weten dat hij het nog wel vond meevallen. Er waren veel meer demonstranten aangekondigd (tot wel zevenhonderd) en er was een hardere confrontatie verwacht.
Volgens de krant hing er de hele middag een ‘geladen sfeer’, niet alleen tussen politie en demonstranten maar juist ook tussen omstanders en demonstranten. Een huismoeder die boodschappen deed, werd geciteerd: ‘Moet je zien die vissekoppen. ‘Je dankt toch God op je blote knieën dat het jouw zoon niet is.’ Ja, neem nog maar een slokkie bier. Zonder fles in z’n hand is-ie nergens.’ De omstanders moedigden zelfs politie-agenten aan om iets tegen de demonstranten te doen, de krant citeerde: ‘Dat laat je toch niet over je kant gaan. Dat tuig. Waarom doen jullie er niets tegen?’ De omstanders waren in grotere getalen aanwezig dan de demonstranten en konden voor de laatsten weinig begrip opbrengen. Een andere vrouw zou gezegd hebben: ‘Alles wat er gek uit ziet, moeten ze een week niet te vreten geven.’
De actievoerders werden door de krant eveneens geciteerd, toen één van hen tegen de omstanders uitviel: ‘He joh, komen jullie apies kijken? Ga toch naar huis ‘Komen jullie aapjes kijken?’ als je het er niet mee eens bent.’ Discussies over het nut van het nieuwe politiebureau en het nut van ertegen demonstreren leidden slechts tot stemverheffing. De krant opperde dat de omstanders het jammer vonden dat het niet tot een gewelddadige confrontatie kwam.
Uiteindelijk vonden er slechts een paar schermutselingen plaats tussen politie en demonstranten. ’s Middags stelden dertig ME’ers zich over de breedte van de Langegracht op. Er werden een paar stenen gegooid en enkele jongeren werden opgepakt. In een directe confrontatie sloeg een omstander een actievoerder tegen de grond.
In een korte passage van het krantenartikel betrok de journalist krakers bij het voorval. De krant beschreef een overslaande stem van een meisje ‘vanuit het raam van een naburig kraakpand van waaruit een anarchistenvlag wappert’. Het meisje zou hebben geschreeuwd: ‘Daar komt dat tuig!’ Het is niet duidelijk of het betreffende pand daadwerkelijk een kraakpand was. In ons onderzoek hebben wij geen informatie gevonden over een kraakpand aan de Langegracht in 1986. Het zou dus kunnen dat dit een aanname was van de journalist, die anarchisten associeerde met krakers. Dat blijft echter giswerk. In ieder geval noemde de journalist expliciet deze vermeende kraakster in dit artikel – dat verder niet over kraken of krakers ging, maar zo wel de demonstraties tegen het politiebureau verbond met de Leidse krakers.
In deze periode, met name kort ervoor in 1985, was de spanning tussen krakers en politie in Amsterdam weer behoorlijk toegenomen. Terwijl het in Leiden relatief rustig bleef en er zelfs bij een – voor Leiden – grote demonstratie geen werkelijke voorvallen plaatsvonden, kwamen er uit de hoofdstad wel weer berichten over gewelddadige confrontaties.
Leidsch Dagblad 11 maart 1986, 23 mei 1986