1970
'71
'72
'73
'74
1975
'76
'77
'78
'79
1980
'81
'82
'83
'84
1985
'86
'87
'88
'89
1990
'91
Een soldaat kraakt
gepubliceerd op 12 dec 2017 door Charlotte van Rooden

In de jaren zeventig waren het vooral jonge gezinnen, die in Leiden huizen kraakten. Hun verhalen wijken af van het stereotype van de ‘radicale krakers’. Maar ook de gezinnen die zich tot het kraken wendden, vormden een diverse groep.

Zo berichtte het Leidsch Dagblad in 1978 dat bij de ontruiming van het echtpaar Mast uit hun gekraakte woning op de Willem de Zwijgerlaan niet alleen een ‘grote politiemacht’ aanwezig was, maar ook de marechaussee. Meneer Mast was namelijk dienstplichtig soldaat en moest ‘ijlings van zijn legerplaats worden geroepen’. Volgens de krant kwam het niet tot ‘lijfelijk ingrijpen’, want de familie besloot de woning, die zij zeven maanden eerder hadden gekraakt, vrijwillig te verlaten.

Het echtpaar Mast stond al sinds mei 1977 bij Bureau Huisvesting ingeschreven, maar hadden in december nog geen woning aangewezen gekregen. In dat opzicht was hun situatie zeer vergelijkbaar met die van andere krakende gezinnen.

‘Een soldaat van Oranje wordt op straat gezet!’Wel vroegen ze bij meer instanties om hulp dan de meeste andere gezinnen. Volgens de krant hadden ze zelfs het kabinet van de Koningin ingeschakeld, met de kreet: ‘Een soldaat van Oranje wordt op straat gezet!’ Ook hadden ze het ministerie van defensie en de provincie geprobeerd te betrekken bij hun situatie. Volgens de krant had dat geen resultaten opgeleverd. Leidsch Dagblad, 1 juni 1978

Na hun ontruiming zagen zij geen andere optie dan elders in Leiden een huis te kraken. Ze gingen voor een wisselwoning in De Waard. Het is niet bekend hoe lang ze daar konden blijven.