In augustus 1979 ‘bezetten’ een groot aantal gastarbeiders uit Marokko de Morspoortkazerne, nadat de pensions waar zij daarvoor verbleven, ontruimd waren door de gemeente. Het college van burgemeester en wethouders stelden hen voor om (tijdelijk) naar ‘Woonoord’ in Leiderdorp te verhuizen. Dat wilden zij beslist niet, omdat het voor hun ploegendienst belangrijk was in de buurt van het station te wonen. Bovendien wilden zij in Leiden blijven. Uit protest bezetten zij de kazerne. Uiteindelijk was hun actie succesvol, omdat de gemeente huizen voor hen kocht in Leiden-Noord en die renoveerde.
De bezetting van de Morspoortkazerne geeft een mooi inkijkje in de omgang met de vroege Marokkaanse gemeenschap in Leiden en het ontstaan van de eerste Leidse moskee. Ook roept het verhaal bekende vragen over beeldvorming door de kranten op.
Gastarbeiders in Leiden
‘Een eigen wereldje’In Leiden groeide het aantal gastarbeiders uit Marokko en Turkije in de loop van de jaren zeventig. In Leiden woonden in 1973 ongeveer 700 Marokkanen en 300 Turken. De gemeente had moeite voor hen geschikte woonruimte te vinden, zoals ook voor de andere Leidenaren, omdat de woonsituatie in Leiden heel slecht was. In Leiderdorp was op het initiatief van een aantal Leidse werkgevers aan de Beukenschans in 1966 ‘Woonoord Arbeiders’ opgericht voor de huisvesting van gastarbeiders. Kort na de opening in ’66 woonden er al 150 gastarbeiders in de ‘paviljoens’. De Leidse Courant meldde ‘Turken en Marokkanen hebben er nu een eigen huis in een eigen wereldje’. Leidse Courant 25 oktober 1966
Aan het begin van de jaren zeventig stond het Woonoord echter bekend als een plek waar men niet naar toe wilde. In de krant werd over dit complex geschreven alsof het een kamp was, waar houten schuurtjes onderdak moesten bieden. Veel gastarbeiders zochten op eigen gelegenheid huisvesting in Leiden. Ze kwamen terecht in zogenaamde ‘pensions’, waar ze duur, klein en soms zelfs gevaarlijk woonden. Cor Smit, Strijd om kwaliteit. De geschiedenis van de volkshuisvesting in de regio Leiden, 135. Volgens de Stadskrant was er bij een brand in een pension in de Kraaierstraat zelfs een gastarbeider om het leven gekomen. Stadskrant, 11 april 1981.
In 1979 ontruimde de gemeente een groot aantal van deze pensions en maande de bewoners naar Woonoord te verhuizen. Veel van de gastarbeiders protesteerden tegen de gedwongen verhuizing, die zij ook wel ‘deportatie naar Leiderdorp’ noemden. (Zie ook Morssingel) Smit, Strijd om kwaliteit, 189.
Naar aanleiding van de ontruiming van de ‘(brandgevaarlijke) pensions’ noemden enkele raadsleden, onder andere van de CPN, de Morspoortkazerne als alternatief. Raadsleden van de PPR en PSP protesteerden tegen de vanzelfsprekendheid van Woonoord als optie voor de arbeiders. Volgens toenmalig aspirant-raadslid Ponsen kon het complex beter worden afgebroken. PPR-raadslid Van Oosten vond dat stadsvernieuwing ook gastarbeiders zou moeten helpen. Leidsch Dagblad, 10 juli 1979
De Morspoortkazerne in 1979
In 1979 verloor de Morspoortkazerne (oprichting 1814) haar militaire functie en kwam zij onder gemeentelijk beheer te staan. De gemeente wilde de kazerne afbreken ten behoeve van de vernieuwingsplannen rondom het Galgewater (zie Troef), om zo de zogenaamde Rembrandtroute mogelijk te maken. Een brug zou de Weddesteeg met de Morspoort verbinden (huidige Rembrandtbrug). Naast de verbindende weg zou sociale woningbouw gebouwd worden (tegenwoordig aan het Park de Put en het Galgewater).
In 1979 beschikte de gemeente echter niet over de financiële middelen om deze plannen uit te voeren. Zij besloot daarom de Morspoortkazerne beschikbaar te stellen aan enkele Leidse muziekverenigingen, namelijk ‘Concordia’, ‘Nieuwe Leven’ en ‘De Burcht’. De verenigingen konden in 1979 hun intrek nemen in de Morspoortkazerne. De sloop werd uitgesteld tot januari 1981. Leidsch Dagblad 6 januari 1979 en Leidse Courant 4 januari 1979
Op 22 januari 1979 werd bovendien in de krant vermeld dat de Marokkaanse gemeenschap in Leiden een tijdelijke gebedsruimte kreeg in de Morspoortkazerne. Eerder had de Stichting Moslims Leiden een ruimte gehuurd in het Van Wijk-complex in de Vestestraat. Het ging om een moskee, waar ongeveer tweehonderd moslims dagelijks konden bidden. Het was bedoeld voor moslims van alle nationaliteiten (‘of dat nu Indonesiërs, Palestijnen, Marokkanen of Egyptenaren zijn’), maar toch sprak de krant in het vervolg consistent over ‘Marokkanen’. Leidsch Dagblad 22 januari 1979 en Leidsch Dagblad 2 februari 1979
‘Bezetting’ van de Morspoortkazerne
In een volgend bericht in augustus kopte het Leidsche Dagblad: ‘Marokkanen bezetten moskee in Morspoort’. Op dat moment hadden twaalf van de pensionbewoners die 1 augustus uit hun pension waren gezet, hun intrek genomen in de Morspoortkazerne. Zij presenteerden hun actie als een protest tegen de verplichte verhuizing naar Leiderdorp. Zij geloofden niet dat de gemeente haar toezeggingen over permanente behuizing in de binnenstad na een tijdelijk verblijf in Leiderdorp, waar zou maken.
Zij hadden dan ook slechte ervaringen met de beloftes van de gemeente na de ontruimingen aan de Groenesteeg van 1975. Toen had de gemeente namelijk ook vervangende woonruimte toegezegd, maar kon ze dat niet waarmaken. Ze waren bovendien op hun hoede omdat de gemeente hen niet had verteld wanneer hun pensions zouden worden ontruimd. Op 1 augustus 1979 was een aantal van hen direct na thuiskomst verteld dat ze dezelfde dag nog uit hun verblijf moesten vertrekken. Een van de raadsleden noemde de ontruiming dan ook een ‘overval’. Leidsch Dagblad 29 augustus 1979 en Leidse Courant 29 augustus 1979
Al snel sprak de krant over vijfentwintig bezetters. Zo hadden, naast de eerdere bezetters afkomstig van Langebrug 57, ook de pensionbewoners van de Apothekersdijk en Kabeljauwsteeg hun weg naar de Morspoortkazerne gevonden. De Leidse Courant kopte een artikel ‘Naar moskee gevluchte Marokkanen hebben het prima naar hun zin’. In het artikel kwam één van hen aan het woord.
‘Ik woon hier sinds 9 jaar. […] Hier in Holland zijn de mensen altijd heel vriendelijk. […] Maar de gemeente is niet te vertrouwen. Die doet als een dictator. Zet je zomaar op straat en wil ons naar dat oord in Leiderdorp sturen. Zoiets doen ze de gewone Nederlanders niet aan. […] Al zeven jaar sta ik voor een gewoon huis ingeschreven bij de gemeente. Nog nooit kreeg ik iets aangeboden, maar als ik wat krijg wil ik graag mijn vrouw en kinderen laten overkomen. Ik zie ze nu alleen in de vakanties. Als ze hier komen dan ben ik helemaal gelukkig. […] In Leiderdorp voel ik me niet thuis. Ik wil niet naar dat oord. Desnoods slaap ik op straat, maar naar Leiderdorp ga ik niet. Als we daar eenmaal zitten kunnen we vast nooit meer voor woonruimte terecht in Leiden. […]’ Leidse Courant 30 augustus 1979
‘Een onverwachte vlucht’?De krant noemde de bezetting van de Morspoortkazerne, ondanks eerdere berichten over de suggesties van de raadleden, de ‘onverwachte vlucht van de voormalige pensionbewoners’. Leidse Courant 30 augustus 1979
De actie van de ex-pensionbewoners werd van meerdere kanten gesteund. Zo kwamen in de krant hun ‘sociaal begeleiders’ aan het woord. Zij suggereerden dat de bezetters van de Morspoortkazerne wisselwoningen tot hun beschikking hadden kunnen krijgen. De bezettingsactie was volgens hen ‘uitgelokt door de harde en meedogenloze houding van het gemeentebestuur’. Leidsch Dagblad 5 september 1979
In een paginagrote advertentie in de Leidse kranten betoogden bovendien meer dan honderd Leidenaren hun sympathie aan hun ‘Marokkaanse stadsgenoten’ in september 1979. Boven de lijst met handtekeningen werd een korte tekst afgedrukt:
‘Wij zijn van mening dat de Marokkanen recht hebben op goede huisvesting in Leiden zelf. De pensionbewoners die voor het merendeel al 14 jaar in Leiden wonen, behoren dezelfde rechten te hebben als alle andere Leidenaars. Iedere andere behandeling komt neer op diskriminatie! De Marokkaanse Leidenaars mogen in geen geval het slachtoffer worden van een falend gemeentebeleid.’ Leidsch Dagblad 6 september 1979 en Leidse Courant 9 september 1979
Dreiging van ontruimingToch hield de gemeente aanvankelijk haar poot stijf. De bewoners kregen geen wisselwoningen toegezegd. Het Leidsch Dagblad schreef dat wethouder Verboom elke suggestie om de bezetters ergens anders dan in Woonoord te huisvesten van de hand wees en zelfs aankondigde dat de Morspoortkazerne ‘ontruimd’ zou worden. Leidsch Dagblad 12 september 1979
Een maand later berichtte de krant echter dat de gemeente toch alternatieve woonruimte gevonden had voor de bezetters in de Prins Hendrikstraat, de Prins Frederikstraat en de Molenstraat. De gemeente zou de panden opknappen en de bezetters zouden in de Morspoortkazerne kunnen blijven tot het papierwerk rond was. Leidsch Dagblad 16 oktober 1979
Een groot deel van de bewoners van de Morspoortkazerne zou volgens de Leidse Courant de kazerne verlaten zodra zij zekerheid hadden over de toekomstige woonruimte in Leiden-Noord. Hun vertrek werd in februari 1980 aangekondigd. Leidse Courant 13 februari 1980 Twee dagen later meldde het Leidsch Dagblad dat in ieder geval twaalf van hen nog niet wilden vertrekken, omdat ze de mededelingen van de gemeente niet vertrouwden. Leidsch Dagblad 15 februari 1980
De krant schreef: ‘De meeste Marokkanen zullen nu in de Morspoort blijven tot de slopershamer eraan komt.’ Leidsch Dagblad 25 april 1980 Ondertussen werd slechts in één artikel naar de actie verwezen als een kraakactie. Leidse Courant 25 april 1980
Ontstaan moskee in de Rembrandstraat
In januari 1981 werd de Morspoortkazerne inderdaad gesloopt. De Leidse Courant drukte een grote foto af waarop de bulldozers aan het werk waren. Hoewel het aanvankelijk nog niet duidelijk werd waar de bewoners naartoe waren, schreef de krant wel over het lot van de moskee.
In juni 1980 meldde Ton Pieters in zijn rubriek ‘Langs Omwegen’ dat dankzij een ‘genereuze gift van het koninkrijk Saoedi-Arabië’ een voormalige kerk in de Rembrandstraat kon worden omgebouwd tot moskee. Volgens Pieters kwamen er in die periode ongeveer zestig tot zeventig gelovigen in de ‘Leidse moskee-gelegenheid in de Morspoortkazerne’, maar waren er bij feesten soms wel drie- tot vierhonderd mensen aanwezig. Leidse Courant 12 juni 1980
Anno 2018 verhuist de Alhijra moskee van de Rembrandstraat naar de nieuwe moskee aan de Haagweg. Voordat de Stichting Moslims Leiden vanuit de Morspoortkazerne echter naar het oude kerkgebouw in de Rembrandstraat konden verhuizen, werd zij verplaatst naar de Barbaraschool aan het Levendaal.
Zowel de muziekverenigingen als de Stichting waren niet te spreken over de verhuizing. De huur was er veel hoger dan in de Morspoortkazerne. Volgens de muzikanten had de school bovendien een onmogelijke akoestiek. In hun verontwaardiging over de gemeentelijke geringschatting van hun waarde als muziekinstanties in Leiden organiseerden enkele ‘huisvaders’ protestacties op het Stadhuisplein. Leidsch Dagblad 21 oktober 1980
‘Terwijl zij bidden, drummen wij’Ook de Stichting Moslims Leiden was ontevreden. De gelovigen hadden in de school veel te weinig ruimte: het publiek voor hun diensten en de Arabische lessen paste niet in de ruimtes die zij in de school toegewezen kregen. Bovendien, zo sprak één van de muzikanten: ‘Ze worden aan alle kanten omsloten door muziekkorpsen. Terwijl zij bidden, drummen wij.’ Leidsch Dagblad 12 januari 1981 en Leidsch Dagblad 21 oktober 1980 (lezersbrief)
De ‘bekroning van de actie’
Pas drie maanden na de sloop van de Morspoortkazerne verscheen er in de krant een bericht over de voormalig bezetters van de kazerne. Waar zij in de tussentijd ondergebracht waren, is ons onbekend. Het Leidsch Dagblad kopte: ‘Marokkanen blij in Leiden-Noord’. Zij werden gehuisvest in de Prins Hendrikstraat en de Prins Frederikstraat.
‘Vruchten van hun actie’De krant sprak voor de tweede keer van ‘kraken’. De bezetting van de Morspoortkazerne werd bovendien als een succesvolle actie gepresenteerd. Ten eerste had het artikel de onderkop ‘Bekroning van actie’. Ook schreef de journalist: ‘zij plukten de vruchten van hun actie’. Leidsch Dagblad 13 april 1981 De verschillende facetten van de actie werden bovendien uitgebreid uiteengezet: de actievoerders hadden gedemonstreerd, meerdere Leidse instanties om hulp gevraagd en ‘honderden Leidenaren’ gemobiliseerd om een solidariteitsadvertentie te ondertekenen. Ook de Stadskrant berichtte heel positief over de succesvolle actie. Stadskrant, 11 april 1981.
Als conclusie schreef de journalist dat er wederzijds begrip nodig was om de samenleving te laten functioneren. Bewoners van Leiden-Noord zouden bezwaren hebben geuit tegen de komst van de gastarbeiders. De journalist oordeelde: ‘Enerzijds berusten de bezwaren op vooroordelen, anderzijds zouden zij ook wel eens een goedkoop en opgeknapt huis willen hebben.’ Leidsch Dagblad 13 april 1981
Conclusie
Eén van de eerste dingen die opvalt in de berichtgeving over de bezetters van de Morspoortkazerne is de manier waarop naar hen verwezen werd. Ten eerste werden zij continue aangeduid als ‘Marokkanen’ of ‘Moskee-Marokkanen’. Dat is opvallend, omdat het niet duidelijk is of het wel uitsluitend om Marokkanen ging. Ten tweede werden zij geen krakers en hun bezettingsactie geen kraakactie genoemd. Dit zou verschillende redenen kunnen hebben. De kranten wilden hen misschien niet nog meer stigmatiseren, omdat ze toch al een vrij kwetsbare groep waren als ‘gastarbeiders’, of misschien gingen de journalisten al van een bepaald stereotype krakers uit en beschouwden zij buitenlanders dus niet als zodanig. Het feit dat zij uiteindelijk succesvol waren, zou dan misschien de ommezwaai in de karakterisering kunnen verklaren.
Daarnaast is het interessant dat in het gemeentehuis enkele raadsleden, vooral van Klein Links, de pensionbewoners suggereerden om in de Morspoortkazerne te trekken, maar er vervolgens door de krant vanuit werd gegaan dat zij daarop gekomen waren door de moskee die al in de kazerne gehuisvest was. Het zou kunnen dat de raadsleden en ‘sociaal begeleiders’ hen hadden aangeraden om tot protestactie over te gaan. Ook dat blijft echter onduidelijk.
Bovendien is het interessant dat de journalisten over het algemeen vrij sympathiek over de Morspoortbezetter schreven, hoewel tegelijkertijd ook naar voren komt dat bijvoorbeeld bewoners liever niet geconfronteerd werden met de aanwezigheid van gastarbeiders in hun wijken. Ook over de inrichting van de oude kerk in de Rembrandstraat als moskee schreef bijvoorbeeld het Leidsch Dagblad dat de omwonenden er niet om stonden te springen, al konden ze er wel mee leven.
De afsluiter van de journalist in april 1981 laat ten slotte zien dat er sprake was van hele gelijkaardige spanningen als die van vandaag de dag: aan de ene kant hebben ‘lokale’ bewoners vooroordelen tegen de ‘Anderen’, maar aan de andere kant is er ook bitterheid over de eigen situatie en wordt deze geprojecteerd op wat de ‘Ander’ voor elkaar krijgt. In dit geval was dat nieuwe, renoveerde behuizing – een groot goed in Leiden in 1981.
Zo roept het verhaal over de Morspoortkrakers vragen op over de houding van stadsbewoners tegenover de groep gastarbeiders en de beeldvorming van kranten wanneer gastarbeiders krakers worden.