1970
'71
'72
'73
'74
1975
'76
'77
'78
'79
1980
'81
'82
'83
'84
1985
'86
'87
'88
'89
1990
'91
Geweld aan de Morssingel in 1977
gepubliceerd op 22 dec 2017 door Charlotte van Rooden

Op 15 september 1977 brak er een brand uit in een kraakpand aan de Morssingel. Daar stonden meerdere gekraakte panden, die door de brand versneld werden afgebroken. De bewoners hadden vanaf het moment dat bekend werd dat de panden zouden worden gesloopt daartegen geprotesteerd en zelfs een formele beroepsprocedure gestart. Naar aanleiding van dit incident besteedden de Leidse kranten opeens veel aandacht aan het mogelijke verband tussen kraken en geweld.

Korte geschiedenis
In een artikel in september 1977 werd naar aanleiding van de brand in vogelvlucht de geschiedenis van de Morssingel doorgenomen. In de jaren zestig waren er al plannen geweest om in het kader van de naoorlogse wederopbouw van het Stationskwartier de huizen te slopen en kantoren te bouwen. De gemeente had de panden één voor één opgekocht of onteigend, maar eigenlijk had de gemeente te weinig geld om de bouwplannen door te voeren.

Hierdoor stonden de panden lang leeg en in de loop van de jaren zeventig werden ze een voor een gekraakt. Er wordt in de krant niet geschreven over de kraakacties van de panden die aan de Morssingel leeg stonden, maar er zijn wel aanwijzingen dat het niet geaccepteerd werd, dat de sloop (al in 1968 bekend) telkens werd uitgesteld, en die panden in de tussentijd leeg stonden: Leidsch Dagblad 23 januari 1973

De meeste krakers woonden er al enkele jaren toen de gemeente een project-ontwikkelaar inschakelde om in plaats van kantoren, nieuwbouwwoningen te bouwen.

In 1976 diende de projectontwikkelaar plannen in bij de gemeente om premiekoopflats te bouwen. De bewoners protesteerden tegen de aanstaande ontruiming. Ze probeerden eerst bezwaar te maken tegen de wijziging van het bestemmingsplan, vervolgens wendden ze zich tot de monumentenraad om de panden op de monumentenlijst te krijgen. De president van de Haagse rechtbank besloot echter dat de panden op 15 september 1977 moesten worden ontruimd.

Alleen aan een paar Marokkaanse bewoners op nummer 2 van de Morssingel werd vervangende woonruimte aangeboden, omdat zij een huurovereenkomst hadden met de gemeente. Nadat een doorgeslagen huiseigenaar hen door middel van intimidatie uit hun vorige woning had gejaagd, waren zij in 1975 door een gemeenteambtenaar aan de Morssingel gehuisvest. Leidse Courant 27 november 1975

In de aanloop van de ontruiming van 1977 verwees de gemeente hen naar de speciaal voor gastarbeiders gebouwde wijk Woonoord in Leiderdorp. Daar wilden zij niet naar toe, omdat ze daar in houten barakken zouden wonen en geïsoleerd zouden zijn van de stad en de openbare vervoersmiddelen. Leidsch Dagblad 16 september 1977
(Zie: Morspoortkazerne)

Brand en bedreiging
Op 15 september 1977, de dag van de geplande ontruiming, brak er brand uit in de ‘slooppanden’ aan de Morssingel. De brand was snel onder controle, maar de panden waren nu onveilig geworden en werden dus direct afgebroken. De politie trof in het pand twee lege olievaten met een capaciteit van honderd liter aan, waardoor ze vermoedde dat de brand was aangestoken. Leidsch Dagblad 16 september 1977

De krant schreef: ‘De brand was het onverwachte einde van een ochtend, die zeer rustig was verlopen. En dat terwijl de bewoners van de Morssingel te kennen was gegeven dat zij vandaag de panden moesten hebben verlaten.’ In het eerste bericht hintte de journalist al naar geruchten dat de politie de panden ‘desnoods met de harde hand’ had willen ontruimen. Leidsch Dagblad 15 september 1977

De krant stelde uitdrukkelijk dat de politie zelfs rekening had gehouden met de mogelijkheid van een ‘Leidse Nieuwmarktaffaire’ bij het begin van de sloopactie. Daarmee verwees de journalist naar de grote rellen in Amsterdam, die in 1975 uitbraken naar aanleiding van de beslissing om de huizen op de Nieuwmarkt af te breken voor de aanleg van de Amsterdamse metro. De angst bij de autoriteiten voor eenzelfde gewelddadige uitbarsting bleek volgens de journalist uit de grote hoeveelheden politieagenten die bij de sloopwerkzaamheden aanwezig waren.

De journalist speculeerde bovendien over de aanwezigheid van een speciale eenheid van de Haagse politie, die was ingeroepen ‘om de panden zo nodig met geweld te ontruimen’. De politiecommissaris Van Voorden vertelde de krant: ‘We hadden van tevoren overwogen dat als er echt van actief verzet sprake zou zijn we de deurwaarder de nodige bescherming moesten geven. Laat ik het zo zeggen.’ De journalist stelde echter: ‘In de panden trof de politie niets aan dat op mogelijk verzet duidde, alle geruchten vooraf over Molotovcocktails ten spijt’.

Hoewel er niemand voor brandstichting werd aangehouden, arresteerde de politie een van de bewoners die in de middag van 15 september samen met anderen bij wethouder Verboom op gesprek was gekomen. Hij had volgens de politie bekend dat hij een steen door de ruit had gegooid bij de wethouder en hem bovendien gedreigd had met fysiek geweld.

Dat er een gespannen sfeer hing, bleek ook uit het gesprek tussen de ‘Ex-Morspoortbewoners’ en de wethouder, waarvan de journalist veel citaten afdrukte. In principe herhaalde de wethouder dat de ex-bewoners genoeg tijd hadden gekregen om andere huisvesting te zoeken. Bovendien zaten sommigen van hen al zeven jaar onder de pannen bij de Morssingel. Volgens de wethouder hadden ze allang huisvesting gehad, wanneer ze zich eerder hadden ingeschreven bij Bureau Huisvesting.

‘Je hoeft niet in Leiden te wonen’De krant citeerde: ‘Ex-Morssingelbewoner: “U zet een heleboel mensen op straat en dan doet u er verder niets meer aan.” Verboom: “De burger moet zich aan de regels houden.” Ex-Morssingelbewoner: “Maar er is een tekort van 1500 kamers.” Verboom: “Je hoeft toch niet in Leiden te wonen.”’ Volgens de journalist zeiden de ex-bewoners, zodra ze weer op straat stonden: ‘Dan gaan we maar iets kraken.’ In een ander artikel was al bericht dat enkele bewoners hadden geprobeerd het huisje aan de Hooglandsekerkgracht 6a te kraken. Anderen hadden succesvol de woning Uiterstegracht 3 bezet. Leidsch Dagblad 16 september 1977

Weer andere bewoners kraakten na afloop van de ontruiming een pand in de Vestestraat, maar dat bleef zonder succes. Na de kraakactie kwam het volgens de krant tot ‘dreigende taferelen’ en zelfs ‘wild-west-taferelen’: ‘Vijftien á twintig met ijzeren staven en bijlen gewapende mannen wilden op gewelddadige wijze de krakers […] uit het huis zetten.’ Leidsch Dagblad 28 september 1977

Discriminatie in het gemeentehuis
De Marokkaanse bewoners van de Morssingel hadden voor 15 september via verschillende wegen geprobeerd andere alternatieve huisvesting te krijgen, het liefst in de Merenwijk. In Woonoord zouden zij met zijn vieren op een kamer moeten wonen in houten barakken. Vooral PSP-raadslid Hilda Passchier zette zich voor hen in.

Volgens haar had men in het Leidse stadhuis gezegd dat zij vreesden dat de Nederlandse gezinnen zich uit de Merenwijk zouden terugtrekken wanneer er Marokkanen gehuisvest zouden worden. Leidsch Dagblad 13 september 1977

In een lezersbrief na de sloop van de panden aan de Morssingel uitte Passchier nogmaals haar verontwaardiging over discriminatie in het stadhuis in een lezersbrief. Daarin schreef ze:

‘Walgelijk dat dit gemeentebestuur zich op een oorlog voorbereid had’‘Slechts door zich te organiseren, waarbij solidaire Nederlanders behulpzaam kunnen zijn, zullen de buitenlandse werknemers hun positie kunnen verbeteren. Het is walgelijk om te constateren dat dit gemeentebestuur zich op een oorlog voorbereid had, gezien het massale politievertoon, incluis de speciale oproerpolitie in hun soldatenpakkies incluis de rechercheurs die met fotoapparatuur dagenlang de boel in de gaten hielden. […] Aan de andere kant bekommert men zich niet om een groep buitenlanders die niet met geweld hun recht opeisen, doch slechts fatsoenlijk een menselijke behandeling gevraagd hebben.’ Leidsch Dagblad 19 september 1977

Waar de Marokkaanse bewoners van de Morssingel na de brand naar toe zijn gegaan, is helaas onduidelijk. De journalist die verslag deed van het gesprek tussen de krakers en wethouder Verboom verslag, sprak ook hen terwijl de panden op de Morssingel al werden gesloopt. Toen hij hen vroeg waar zij naartoe zouden gaan, antwoordden ze: ‘Niet naar Woonoord.’ Leidsch Dagblad 16 september 1977

Conclusie
In de jaren tachtig werd kraken steeds vaker geassocieerd met geweld. (Zie: Geweld tegen krakers in 1980 en Geweld en kraken in de jaren tachtig). In de late jaren zeventig ging men echter blijkbaar ook al van een dreiging uit, zoals blijkt uit de bereidheid van de gemeente om Mobiele Eenheden paraat te houden voor de ontruiming van de Morssingel. Vooral in de brief van raadslid Passchier komt de opbouwende spanning tussen politie en krakers (en hun sympathisanten) mooi naar voren.