1970
'71
'72
'73
'74
1975
'76
'77
'78
'79
1980
'81
'82
'83
'84
1985
'86
'87
'88
'89
1990
'91
Geweld tegen krakers in 1980
gepubliceerd op 08 sep 2017 door Merel Snoep

In 1980 werd er veel kritiek geuit op de manier waarop de politie optrad tijdens ontruimingen van kraakpanden. De politie zou hierbij veel (onnodig) geweld gebruikt hebben of te weinig hebben gedaan om geweld van anderen te voorkomen.


Het voorval met de langste nasleep was de ontruiming van Oude Singel 206. Het pand werd gekraakt op 30 april 1980, als onderdeel van
‘Woninginnedag’. Nog diezelfde dag stond de politie op de stoep. ‘D’r uit of we slaan je d’r uit’ riepen de agenten volgens het Leidsch Dagblad, waarna ze het huis in stormden en meerdere krakers de trap af sleurden. Intussen waren de overige krakers ijlings deuren aan het barricaderen waarachter ze zich konden verschuilen.

Omdat de politie last had van de alsmaar toenemende stroom toeschouwers en demonstranten bij de uitvoering van de ontruimingsactie riep ze de menigte op om zich te verspreiden. Toen er nauwelijks gereageerd werd op deze oproep zette de politie twee honden in. Zes mensen liepen hierbij hondenbeten op. Eén meisje moest zelfs naar het ziekenhuis om een wond op haar knie te laten hechten.

De krakers lieten zich uiteindelijk ‘lijdzaam naar buiten voeren’ nadat de politie hun barricades had doorbroken. De politie had hierbij volgens de krakers koevoeten en breekijzers gebruikt en ook zou ‘enig huisraad’ door de agenten op straat kapot zijn gegooid.  Leidsch Dagblad 1 mei 1980; Leidse Courant 1 mei 1980

‘Betreurenswaardig maar echt noodzakelijk’In de dagen die volgden werd er veel kritiek geuit op het (hardhandige) politieoptreden in het Leidsch Dagblad. Zo spraken PSP-gemeenteraadsleden Annelies Ponsen en Jos van der Putten over ‘het totaal overbodige inzetten’ van politiehonden tijdens de ontruiming. Ook PSP-raadslid Hilda Passchier sprak schande van het inzetten van honden tegen ‘mensen die niet wilden knokken, of de politie wilden pesten, doch “slechts” de schandalige leegstand in onze stad aan de kaak wilden stellen’. Politiecommissaris Van Voorden stelde echter dat het inzetten van de honden ‘betreurenswaardig maar echt noodzakelijk was’.

‘Volgens hem zaten er mensen tussen de krakers die er “gericht” op uit waren geweld te plegen tegen politiemensen’, aldus het Leidsch Dagblad. Vanuit de Leidse Courant kwam echter een ander geluid. Zij ondervroegen niet politiecommissaris Van Voorden, maar hoofdcommissaris Mosterd, die volgens hen ‘ruiterlijk’ toegaf dat het inzetten van politiehonden een ‘tactische fout’ was. Als reden voor deze fout gaf hij: ‘Er was sprake van irritatie bij de politieagenten die bij de ontruiming waren betrokken. De krakers treiterden hen.’  Leidsch Dagblad 1 mei 1980; Leidse Courant 1 mei 1980; Leidsch Dagblad 2 mei 1980; Leidsch Dagblad 20 mei 1980

In oktober 1980 vond er nog een gewelddadige ontruiming plaats. Op Zoeterwoudseweg 25 werden twintig krakers ‘één voor één het huis uit gesjouwd’. Zij boden volgens het Leidsch Dagblad geen verzet en ondergingen de ontruiming lijdzaam. ‘Slechts een van hen bood door middel van fysiek geweld tegenstand aan de politie.’ Hij werd aangeklaagd voor mishandeling, maar werd vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. De aangeklaagde kraker vertelde de krant: ‘De politie-agenten gingen grof te keer. Ik heb me later onder doktersbehandeling moeten stellen. Een agent spuwde eerst naar mij, ik spuwde toen terug. Ik kreeg een volle klap op mijn mond waardoor de agent mijn tanden in zijn vuisten kreeg. Nu word ik beschuldigd van bijten.’  Leidsch Dagblad 16 oktober 1980; Leidsch Dagblad 17 oktober 1980; Leidsch Dagblad 24 april 1981

‘Wij hebben het pand beslist niet vrijwillig verlaten’Eveneens in oktober 1980 vond de ontruiming van Burgsteeg 8a plaats. Het Leidsch Dagblad berichtte in eerste instantie dat deze soepel was verlopen. De krakers zouden het pand vrijwillig hebben verlaten; ‘geweld kwam hierbij niet aan te pas’. Een week later verscheen echter een opiniestuk in het Leidsch Dagblad waarin een kraakster het tegendeel beweerde: ‘Wij hebben het pand beslist niet vrijwillig verlaten.’ Ze stelde dat een politieman de deur had opengebroken nadat de krakers hadden geweigerd met hem te praten. ‘De politie heeft daarop gevraagd of wij het pand vrijwillig wilden verlaten. Toen wij daarover nog aan het nadenken waren, want eigenlijk wilden wij dit niet omdat zij onrechtmatig binnengedrongen was, dreigde de inspecteur ons met geweld en met enig machtsvertoon sleepte hij een van ons hardhandig de kamer uit en duwde hem enkele treden van de trap. Daarop pakten wij onze spullen en liepen het pand uit.’  Leidsch Dagblad 31 oktober 1980; Leidsch Dagblad 7 november 1980

Knokploegen

Kraakpanden werden niet alleen (gewelddadig) ontruimd door politieagenten. Er waren ook veel gevallen waarbij eigenaars particuliere knokploegen inhuurden om krakers uit hun panden te zetten. Ook bij deze gevallen werd kritiek geuit op de politie: ze zou niet hard genoeg optreden tegen deze knokploegen en de krakers onvoldoende beschermen. Dit was bijvoorbeeld het geval bij de ontruiming van Prinsessekade 5, die eveneens op ‘Woninginnedag’ plaatsvond, een paar uur na de ontruiming van Oude Singel 206.

De krakers van Prinsessekade 5 werden belaagd door twee verschillende knokploegen. De politie zou zich tegenover beide te afwachtend hebben opgesteld. ‘Volgens de krakers trad de politie niet op toen een lid van de knokploeg één van de krakers met een zaag trachtte te verwonden’, aldus de Leidse Courant over het eerste incident.


Een ‘rare zaak’PvdA-fractieleider Peters vertelde in het
Leidsch Dagblad dat hij het een ‘rare zaak’ vond dat de leden van de eerste knokploeg niet onmiddellijk gearresteerd waren. Zij hadden de krakers immers bedreigd met een hakbijl en een motorzaag. Politiecommissaris Van Voorden bracht hier tegenin ‘dat de politie de zaak niet wilde escaleren door de mannen ter plekke aan te houden’. Beide mannen waren volgens hem inmiddels geverbaliseerd.

Door het afwachtende optreden van de politie tijdens het eerste incident waren de krakers er niet gerust op dat de politie hen zou beschermen toen de tweede knokploeg arriveerde. Ze verlieten daarom het pand vrijwillig (wel onder politiebegeleiding). De politie stelde echter dat zij wel degelijk in staat en van plan waren geweest de krakers te beschermen. Ze zouden de krakers toegezegd hebben ‘dat de politie alles zou doen om een treffen tussen de krakers en een knokploeg te voorkomen’. Ook zou de politie voortdurend in burger voor het pand hebben gepost en zouden er politiemensen op het bureau paraat hebben gestaan om eventueel in te grijpen.  Leidsch Dagblad 1 mei 1980; Leidsch Dagblad 2 mei 1980; Leidsch Dagblad 20 mei 1980, Leidse Courant 1 mei 1980

‘Zelfs van de meisjes konden ze niet afblijven’Ook bij de gewelddadige ontruiming van Noordeinde 47 door een knokploeg zou de politie zich te afwachtend hebben opgesteld. Volgens het Leidsch Dagblad bestond de knokploeg uit ongeveer vijftien man en bedreigde ze de krakers met messen en stokken. Ook gooide ze huisraad van de trap af, waarbij onder andere een televisietoestel sneuvelde. In reactie op dit geweld vluchtten de krakers de straat op en waarschuwden ze de politie. Een van de krakers vertelde de krant: ‘Dit was niet normaal meer. Ze bedreigden ons met messen en stokken. Zelfs van de meisjes konden ze niet afblijven. Bovendien hebben ze een heleboel dingen, zoals een televisie, vernield. Ze gingen werkelijk als beesten tekeer.’ Over het optreden van de politie zei hij: ‘Ze waren er snel bij. Dat moet ik toegeven, maar voor de rest… We mochten door bemiddeling van de politie onze spulletjes gaan halen. Ondertussen stonden die lui van die knokploeg tussen de agenten. Alsof ze zelf van de politie waren. We hebben aan die agenten gevraagd om een wapenonderzoek. Werd genegeerd. Onbegrijpelijk. Het lijkt warempel wel of het ingrijpen van knokploegen weer de gewoonste zaak van de wereld wordt.’  Leidsch Dagblad 25 februari 1980; Leidsch Dagblad 29 februari 1980

Lokale jongeren

Ten slotte kregen krakers vaak te maken met geweld van ‘opgeschoten jongelui’ uit de buurt. Vaak was het de jongeren te doen om sensatie en ging het ze puur om het pesten van alternatieven/punks. Ook hier stelde de politie zich vaak afwachtend op. Zo ook bij een kraakpand aan de Van Boetselaerstraat in Alphen aan de Rijn. In december 1980 werden daar twee ruiten ingegooid en werd er een trapleuning vernield. Volgens de krakers deed de politie hier niets aan.  Leidsch Dagblad 16 december 1980

 

Leidsch Dagblad 1 mei 1980; 2 mei 1980; 20 mei 1980; 16 oktober 1980; 17 oktober 1980; 24 april 198131 oktober 1980; 7 november 1980; 25 februari 1980; 29 februari 1980; 16 december 1980

Leidse Courant 1 mei 1980;