1970
'71
'72
'73
'74
1975
'76
'77
'78
'79
1980
'81
'82
'83
'84
1985
'86
'87
'88
'89
1990
'91
‘Goede’ krakers vs. ‘slechte’ krakers
gepubliceerd op 20 sep 2017 door Merel Snoep

In september 1981 werd het Voorschotense pand Wedde 7 twee keer gekraakt door verschillende groepen jongeren. De gemeente trad in beide gevallen hard op, maar de reacties van de buurt verschilden per actie. Buurtbewoners toonden sympathie voor de eerste groep krakers, terwijl ze de tweede groep zo snel mogelijk uit het pand wilden hebben.

In de nacht van 7 op 8 september kraakten vier 17-jarige Voorschotenaren het pand. Alle vier de jongeren konden wegens ‘omstandigheden thuis’ niet meer in hun ouderlijke huis wonen. Zij kregen een vijfkamerwoning in Voorschoten toegewezen, maar de situatie daar werd al snel onhoudbaar, omdat ze er samen met vijf anderen moesten wonen. ‘De enige uitweg die de jongeren voor ogen hadden was het kraken van een huis’, aldus het Leidsch Dagblad. ‘Zij konden zich niet inschrijven bij het bureau huisvesting van Voorschoten, daar zij allen zeventien jaar zijn.’

De jongeren kozen uiteindelijk voor het pand Wedde 7, dat al 26 maanden leeg stond. Het pand werd, samen met 16 andere woningen aan het Wedde, gebouwd door de firma Reym uit Waddinxveen. Deze firma ging echter failliet toen een groot gedeelte van de woningen door de hoge verkoopprijs niet verkocht werd . Abreka B.V., een ‘papieren dochteronderneming’ van de ANB-bank kocht de woningen na dit faillissement op. Zij verlaagde de verkoopprijzen met ongeveer dertig procent en verkocht daarop acht van de zeventien woningen. De overige negen woningen, waaronder het Wedde 7, bleven leegstaan.

Na de kraakactie deelden de jongeren stencils uit, waarop onder andere stond: ‘Al met al is het een onaanvaardbare zaak dat er zoveel huizen leeg staan terwijl er ontzettend veel mensen geen dak boven het hoofd hebben. De gemeente zou veel en veel meer moeten doen om dergelijke misstanden te voorkomen.’ In het stencil werd ook gepleit voor een verlaging van de leeftijdsgrens om je in te kunnen schrijven als woningzoekende. Leidsch Dagblad 9 september 1981

‘Ik sta er wel achter’De kraakactie kreeg veel steun. Zo schaarden zowel de PSP-afdeling van Voorschoten als de Stichting Jongeren Huisvesting zich achter de actie. Ook buurtbewoners waren de krakers goedgezind. Zo vertelden meerdere van hen aan het Leidsch Dagblad: ‘Ik sta er wel achter, als het maar netjes bewoond blijft’. Leidsch Dagblad 9 september 1981; Leidsch Dagblad 14 september 1981

Desondanks werden de jongeren de volgende ochtend om elf uur ontruimd, terwijl zij de sloten aan de voorkant van het huis aan het vervangen waren. ‘Deze actie gaf de politie de mogelijkheid om de krakers uit de woning te halen’, aldus het Leidsch Dagblad. Ze werden uit het huis gezet en meegenomen naar het politiebureau. Niet vanwege de kraakactie, maar wegens ‘vernieling van andermans eigendom’. Na een korte tijd werden ze weer vrijgelaten. Leidsch Dagblad 9 september 1981

Opnieuw gekraakt

Een paar dagen later werd het pand opnieuw gekraakt. Ditmaal reageerden de buurtbewoners beduidend anders. ‘De bewoners werden voor junks en punks uitgemaakt’, aldus het Leidsch Dagblad. ‘“Ze zijn net zo laag als Turken en Marokkanen” werd er gezegd. (…) Er werd zelfs gedreigd met de dood en dat de buurtbewoners wel met hakbijlen langs zouden komen.’ Leidsch Dagblad 14 september 1981

Discriminerende opmerkingenDeze uitspraken werden een dag later in het Leidsch Dagblad enigszins afgezwakt door het bestuur van de belangenvereniging middenwoningen het Wedde. Woordvoerder Perquin betreurde de ‘discriminerende opmerkingen van omstanders’ en stelde dat de vereniging ‘geen enkele’ aanleiding zag om activiteiten tegen de krakers te ondernemen als de krakers zich als goede bewoners zouden gedragen. Leidsch Dagblad 15 september 1981

Feit blijft echter dat de buurt in eerste instantie anders reageerde op twee verschillende groepen krakers. De jongeren uit de eerste groep werden gezien als slachtoffers: minderjarigen die nergens heen konden door slecht geregelde opvang. Hiertegenover stond een tweede groep, die bestond uit alternatieve jongeren, die volgens de buurt geen gegronde redenen hadden om te kraken. Er werd dus een onderscheid gemaakt tussen ‘goede’ krakers en ‘slechte’ krakers.

Dit frame van ‘goede’ krakers vs. ‘slechte’ krakers kwam vaker voor in de berichtgeving over kraakacties. Zo stelde de eigenaar van een gekraakt huis aan de Oude Singel in december 1981 tegen het Leidsch Dagblad: ‘Ik heb het ze niet moeilijk gemaakt. Het waren geschikte mensen, geen mensen aan de zelfkant van de maatschappij.’ Vaak waren het echter de krakers zelf die zich distantieerden van radicalere collega’s; de ‘slechte’ krakers. Soms stelden zij zelfs expliciet dat ze geen krakers waren, om te voorkomen dat ze met deze radicale krakers geassocieerd zouden worden.

‘Met kraken ben ik het niet eens’Dit gebeurde bijvoorbeeld toen op 27 mei 1981 een school aan de Potgieterlaan werd bezet. Het actiecomité achter deze actie vertelde het Leidsch Dagblad: ‘Er is geen sprake van een kraakactie. We hebben er ook geen puinhoop van gemaakt.’ Ook een bejaarde vrouw uit Wassenaar, die samen met dertien andere bewoners in augustus 1981 een bejaardenhuis bezette om te voorkomen dat het gesloopt zou worden, deed eenzelfde soort uitspraak. Ze stelde: ’t Is nu net of ik heb meegewerkt om een huis te kraken. Nou, dat hoeft voor mij niet hoor. Met kraken ben ik het niet eens. ’ Leidsch Dagblad 27 mei 1981; Leidsch Dagblad 18 september 1981; Leidsch Dagblad 16 december 1981

Steun

Dit soort krakers werden uiteindelijk vaak gefaciliteerd door de gemeente: hun gekraakte panden werden gelegaliseerd of ze kregen alternatieve woningen aangeboden. Dit was meestal niet het geval bij ‘slechte’ krakers, zij werden juist door de gemeente actief tegengewerkt. Zo sloot de gemeente Voorschoten een paar dagen na de kraakactie aan het Wedde het gas, water en licht van het pand af. Volgens de krakers werd dit op een vrij agressieve manier gedaan: ‘Nadat er geklopt was aan de deur, opende ik de deur een klein stukje. Op dat moment werd de deur met een dreun naar binnen toe opengegooid. Ik viel bijna door de klap tegen de muur. (…) Zonder een woord te zeggen werd de gehele meterkast met zelfs stukken leiding uit het huis gehaald’, aldus een kraker tegen het Leidsch Dagblad.

‘We houden vol’ Hij stelde echter dat de krakers niet van plan waren het pand te verlaten: ‘Het zal wat improviseren worden, maar we houden vol.’ Volgens de gemeente konden zij niet anders dan de voorzieningen afsluiten: ‘We moesten van de eigenaar-verbruiker de levering beëindigen en als regel wordt dan alles afgesloten en verzegeld’, aldus gemeentesecretaris de Graaff.  Leidsch Dagblad 18 september 1981

Twee dagen na de afsluiting van gas, water en licht werd een ruit van het gekraakte pand door onbekenden ingegooid. Buurtbewoners belden daarop de politie. Toen de dienstdoende agent verscheen, stelde hij dat hij niets kon doen omdat hij meer gegevens van de daders nodig had. Ook stelde hij dat de krakers in het vervolg ‘niet de andere buurtbewoners om hulp mochten vragen, maar rechtstreeks naar het politiebureau moesten gaan.’ Volgens de PSP was dit geen normale gang van zaken. ‘De partij wil van B en W weten waarom de houding van de Voorschotense politie tegenover de bewoners van “het Wedde 7” niet dezelfde is als tegenover andere burgers van Voorschoten’, aldus het Leidsch Dagblad.

Ook had de PSP kritiek op de afsluiting van water, gas en licht: ‘Had de gemeente Voorschoten in navolging van andere Nederlandse gemeenten, zich niet menselijker kunnen opstellen ten aanzien van het afsluiten van het water, omdat dit als één van de eerste levensbehoeften kan worden gezien’, aldus een woordvoerder van de PSP in het Leidsch Dagblad.  Leidsch Dagblad 24 september 1981

Schade

De krakers verlieten het pand uiteindelijk vrijwillig op 13 oktober 1981, ongeveer een maand nadat ze het gekraakt hadden. Volgens het Leidsch Dagblad hadden ze ‘troep en vernielingen’ achtergelaten in het pand. ‘Overal ligt afval, de stank is nauwelijks te harden, bijna alle grote ramen zijn kapot, andere zijn met planken dichtgespijkerd, de dakpannen zijn beschadigd en stukjes van de open haard afgebroken.’ De schade werd geschat op meer dan vijfduizend gulden.

Krakertje pestenDe schade zou veroorzaakt zijn door de krakers zelf ‘als ook door tegenstanders van deze bewoners’, aldus het Leidsch Dagblad. Volgens een woordvoerder van het makelaarskantoor die met de verkoop van het pand belast was, moest alle schade echter op de krakers verhaald worden. ‘Een dergelijke kraakactie trekt ook opgeschoten jongelui aan die hier “krakertje kwamen pesten.” (…) Het probleem is dat een dergelijke kraakactie iedereen aantrekt. Het huis werd zo’n beetje tot clubhuis, terwijl een gebarricadeerd pand kopers afschrikt.’

Het ‘goede’ krakers vs. ‘slechte’ krakers frame komt in de berichtgeving over deze ravage terug wanneer dezelfde woordvoerder stelt: ‘Je kunt in sommige gevallen sympathie voor krakers hebben, maar als je ziet wat deze hebben achtergelaten…’ Ook vond hij dat het hier niet om ‘echte’ krakers ging, in dit geval omdat ze dan met ‘goede’ krakers geassocieerd zouden worden. ‘Die mensen die hier waren dat zijn geen krakers, daar zou je nog sympathie voor kunnen hebben met de woningnood, maar dat was gewoon baldadige jeugd.’  Leidsch Dagblad 14 oktober 1981

Een week later reageerde de Leidse Kraakbond op deze aantijgingen in een lezersbrief. Ze vond het ‘absurd’ dat vernielingen van buitenstaanders in de schoenen van de krakers werden geschoven. ‘Stond er soms een bord op het dak met “Jongens gooi bij ons de ruiten maar in?” (…) Nota bene toen de eerste stenen door de ruiten vlogen vroegen de krakers om bescherming van de politie. Die reageerde door te zeggen dat ze er beter uit konden gaan, omdat ze het zelf uitgelokt zouden hebben. (…) Dit zijn welbewuste pogingen om krakers in de criminele hoek te drukken.’ Over de troep die de krakers zelf hadden achtergelaten stelde de Kraakbond: ‘Als je niet naar de wc kunt, geen water hebt, dus alleen de openhaard kan stoken, dan wordt het in ieder huis een rommel’.  Leidsch Dagblad 20 oktober 1981

De kraakacties aan het Wedde zijn interessant omdat het Leidsch Dagblad veel verschillende actoren hun mening laat geven over de acties en hun daders. Er is een duidelijk contrast te zien tussen de twee groepen die kort na elkaar hetzelfde pand kraakten. Dit biedt inzichten over de manieren waarop verschillende actoren aankeken tegen verschillende ‘soorten’ krakers. Ook is het interessant dat er discussies gevoerd werden in het Leidsch Dagblad tussen deze actoren en de krakers zelf, die de beeldvorming over hun acties positief wilden beïnvloeden.

 

Leidsch Dagblad 27 mei 19819 september 1981; 14 september 1981; 15 september 1981; 18 september 1981; 18 september 1981; 24 september 1981; 14 oktober 1981; 20 oktober 198116 december 1981