1970
'71
'72
'73
'74
1975
'76
'77
'78
'79
1980
'81
'82
'83
'84
1985
'86
'87
'88
'89
1990
'91
Het Groencomplex
gepubliceerd op 23 dec 2018 door Blerina Nimanaj

In de vroege jaren negentig overheersten drie grote kraakacties de Leidse berichtgeving omtrent kraken: de voormalige Rex bioscoop, het Parmentiercomplex en het Groencomplex. Het Leidsch Dagblad berichtte: ‘Van de drie grote kraakcomplexen in Leiden baart het Groencomplex de gemeente de grootste zorgen.’ Leidsch Dagblad 22 juli 1992

De krant wijdde tientallen artikelen aan het complex en haar bewoners. In de berichten reageerden omstanders, autoriteiten en de eigenaar op de krakers en hun acties. Meer dan eens uitten zij hun zorgen of waarschuwden zij voor de gevolgen van de kraakactie. De krakers zelf kwamen in de nieuwsberichten een stuk minder vaak aan het woord.

In de berichtgeving over het Groencomplex voerden drie thema’s de boventoon. Zo zouden de krakers van het complex luidruchtige housefeesten geven die honderden bezoekers van buitenaf aantrokken. In de krant keurden de brandweer, de gemeente en buurtbewoners de feesten af. Vooral de laatste groep was niet te spreken over de aanwezigheid van de krakers. De omwonenden klaagden over brandgevaar en overlast, deels als gevolg van de housefeesten. De slechte relatie tussen de krakers en de buurtbewoners was gedurende de hele bezetting van het complex meermaals een punt van discussie in de krant. De samenstelling van de kraakgroep vormde in de eerste paar maanden ook een kwestie in de berichtgeving van het Leidsch Dagblad. Lokale, Leidse krakers en Britse krakers deelden het complex met elkaar. Het waren de Britse bewoners van het Groencomplex die in de krant benoemd en afgezet werden tegen de Nederlandse medebewoners.

De eigenaar, buurt en autoriteiten
In de herfst van 1991 kwam het Groencomplex, bestaande uit een voormalige drukkerij en uitgeverijkantoren, leeg te staan na een verhuizing. Het complex, waarvan vier panden aan de Langebrug en vier panden aan de Pieterskerkchoorsteeg lagen, wisselde in korte tijd meerdere malen van eigenaar. Door een gebrek aan financiering en goedkeuring van de gemeente kwamen de bouwplannen voor het leegstaande complex niet van de grond. Om te protesteren tegen de leegstand en speculatie met de panden namen krakers eind 1991 hun intrek in het complex. Kort hierop werden de panden gekocht door het Amsterdamse bedrijf Mozia Investments. De nieuwe eigenaar meldde dat hij binnen drie maanden wilde beginnen met zijn bouwplannen. De rijksmonumenten zouden gerenoveerd moeten worden om vervolgens ruimte te bieden aan appartementen en winkels. De eigenaar startte een kort geding om de krakers het complex uit te zetten. Voordat de rechter tot een uitspraak kon komen, kwamen de eigenaar en de krakers echter tot een overeenstemming. De krakers mochten tot het begin van de verbouwing in de panden blijven wonen.

Buurtbewoners waren niet te spreken over de komst van de krakers en stuurden een klachtenbrief naar de gemeente. Zij stelden dat de krakers het complex aan het ‘verbouwen’ waren. Er zou bovendien sprake zijn van brandgevaar. De gemeente stelde hierop een onderzoek in, maar concludeerde niets te kunnen vinden wat de beschuldigingen van de buurtbewoners bevestigde. Buurtbewoner Van Looff reageerde: ‘Er is geen controle en er komen steeds meer krakers. Die controle van bouw- en woningtoezicht was een maand geleden en inmiddels is de situatie veranderd. Wij hebben tegen wethouder Van Rij al gezegd: doe iets voordat het escaleert. Als er zoveel mensen wonen zit een ongeluk niet meer in een klein hoekje. […] Voorkomen is beter dan achteraf iets doen.’ Leidsch Dagblad 7 april 1992

De berichtgeving over de mogelijke onveiligheid van het Groencomplex stopte niet met dit artikel. Enkele maanden na het bericht over de buurtbewoners publiceerde het Leidsch Dagblad nog twee artikelen over de brandveiligheid in Leidse kraakpanden, specifiek het Groencomplex. Volgens de krant leidden de feesten in het Groencomplex, waar honderden mensen op afkwamen, tot (brand)gevaarlijke situaties. Ambtenaren van de brandweer, politie en gemeente kwamen aan het woord. Een medewerker van de brandweer zei dat hij namens de brandweer geen officiële uitspraak kon doen, maar liet toch het volgende los: ‘[A]ls ik een dag vrij heb, ga ik niet naar bijeenkomsten in zo’n pand waar de veiligheid niet is gegarandeerd.’ Leidsch Dagblad 22 juli 1992

Gemeentelijk ambtenaar Kuivenhoven ging verder en pleitte voor de ontruiming van het Groencomplex. De druk bezochte feesten in het complex waren volgens hem ontoelaatbaar. Kuivenhoven meldde: ‘Het staat voor mij als een paal boven water dat als er ongelukken gebeuren de gemeente in ieder geval moreel aansprakelijk is.’ Verder zei hij: ‘Het hele kraakgebeuren is een schemerige zaak. De bewoning van het pand is al in strijd met het bestemmingsplan en de bouwverordening. Maar als dat al wordt getolereerd, wat moet je dan verder.’ Een politiewoordvoerder reageerde op Kuivenhoven en stelde: ‘Het gaat om een privéfeestje, wie kan dat tegengehouden.’ De krant borduurde voort op de uiting van de politie en leek zelf ook stelling te nemen voor een ontruiming: ‘Dat maakt het probleem duidelijk. Als bewoning van het pand wordt getolereerd is het moeilijk om feestjes te verbieden. Ook al bestaat de indruk dat er illegaal drank wordt verkocht en verdovende middelen worden verhandeld.’ Leidsch Dagblad 22 juli 1992

De krakers zelf reageerden niet op de uitspraken van de buurtbewoners en autoriteiten. Het is onduidelijk waarom dit zo was. Mogelijk zag de krant geen reden om een reactie van de krakers bij de artikelen te voegen. Het kan echter ook zo zijn dat de groep er zelf voor koos om niet in gesprek te gaan met het Leidsch Dagblad.

De krakers aan het woord
In de eerste twaalf maanden na hun kraakactie kwamen de Groenbewoners maar een keer direct aan het woord in het Leidsch Dagblad. Begin maart haalden de krakers de krant nadat zij melding deden van bedreiging. Vier mannen hadden geprobeerd het complex binnen te komen. Dit lukte hen niet, maar zij schreeuwden de krakers nog een kwartier bedreigingen toe vanaf de straat. Een van de krakers stelde: ‘Ik sta nog te beven.’ In hetzelfde nieuwsbericht reageerde de eigenaar van het complex ook op het voorval. Het kort geding van Mozia Investments liep ten tijde van de bedreiging nog en de eerdergenoemde overeenkomst met de krakers was nog niet gesloten. De eigenaar van Mozia Investments ontkende echter enige betrokkenheid bij de bedreiging. Aan de krant liet hij het volgende weten: ‘Ik heb me suf zitten denken wie dat nou zou doen. […] Ik heb net een juridische procedure tegen de krakers aangespannen om ze eruit te krijgen. Dus ik zou bij zo’n actie geen enkel belang hebben.’ Leidsch Dagblad 7 maart 1992

Het complex werd inmiddels bewoond door een dertigtal mensen. Twaalf van hen vormden samen een woongroep in de panden aan de Langebrug. Het ging om Nederlandse krakers die elders geen geschikte woonruimte konden vinden en met hun kraakactie protesteerden tegen de leegstand in de stad. De rest van de krakers woonden samen in de panden aan de Pieterskerkchoorsteeg. Dit was een groep van voornamelijk Britse krakers van verschillende leeftijden. Ook kinderen zouden met hun ouders in de kraakpanden leven. Deze Britse bewoners hadden uiteenlopende redenen om te kraken. Zo hadden zij door hun status als arbeidsmigrant meer moeite met het vinden van huisvesting. De twee groepen leefden weliswaar in aparte delen van het complex, maar deelden de binnenplaats met elkaar.

Interessant is om te bekijken hoe andere media, naast het Leidsch Dagblad, over de krakers berichtten. De krakers hadden bijvoorbeeld toegang tot De Peueraar, een maandblad dat werd uitgebracht door linkse activisten in Leiden. Het blad schetste een ander beeld van de Groenbewoners. Zo meende De Peueraar dat er een ‘hetze’ werd gevoerd tegen hen. Volgens het maandblad zou de eigenaar hebben gedreigd om de krakers gewelddadig uit het complex te zetten. Hier kwam nog bij dat een buurtcomité, met Van Looff als woordvoerder, had gewaarschuwd dat de krakerszaak ‘spoedig zou escaleren’ vanwege het vermeende gebrek aan brandveiligheid. De Peueraar publiceerde een verklaring van een groep van twaalf krakers die zich verenigd hadden in bewonersgroep Lange Brug 87. De krakers verspreidden de verklaring ook onder buurtbewoners. In de verklaring reageerden zij op de uitspraken die de heer Van Looff in de krant had gedaan. De groep zei zich niet te kunnen vinden in de klachten en verwees naar het bezwaarschrift dat door het buurtcomité was ingediend en ongegrond was verklaard door de gemeente. Het was de krakers onduidelijk waarom er een ‘lastercampagne’ tegen hen begonnen was, aangezien zij goed contact met buurtbewoners hadden. De Peueraar mei 1992 (nr. 21)

De grote aandacht die de bezetting van het complex in het Leidsch Dagblad kreeg, bleef ook niet onopgemerkt bij De Peueraar. In september schreef het blad een aanklacht tegen de manier waarop het Groencomplex ‘steeds vanuit de pers aangevallen en zwart gemaakt’ werd. Vooral de keuze van het Leidsch Dagblad om geen onderscheid te maken tussen de twee aparte groepen die in het complex woonden, schoot het maandblad in het verkeerde keelgat. Volgens De Peueraar waren het voornamelijk de bewoners van de panden aan de Pieterskerkchoorsteeg die met hun housefeesten voor overlast zorgden. Hoewel dit ging om de groep Britse krakers, koos De Peueraar ervoor om dit niet expliciet te benoemen. In plaats daarvan hekelde het maandblad de wijze waarop individuele acties van krakers de gehele groep toegeschreven werden: ‘Deze onjuiste berichtgeving past precies in het kader van de criminalisering van de kraakbeweging in Leiden. Waar de 1 een enkel keertje voor wat geluidsoverlast zorgt, wordt de ander daarin ook zwart gemaakt. Twee vliegen in 1 klap, toch. Althans zo lijken de gemeente, politie en het Leidsch Dagblad te redeneren.’ De Peueraar september 1992 (nr. 25)

Geld voor de krakers
In augustus 1992 liet de eigenaar weten te willen beginnen met de renovatie van het complex en de bouw van appartementen op de binnenplaats. De bewoners moesten voor 1 oktober de kraakpanden verlaten. De krant meldde dat de krakers ter afscheid een feest hadden gegeven dat het hele weekend was doorgegaan. Een ‘enorme hoeveelheid klachten’ was ingediend tegen de ‘ongeveer 200, voor het overgrote deel Britse, feestgangers’, aldus het Leidsch Dagblad. De feestende krakers zouden tot zondagmiddag door zijn gegaan, waarna de politie hen had meegedeeld dat ‘het welletjes was’ en dat zij hun feest moesten stopzetten. Leidsch Dagblad 28 september 1992

De bedoeling was dat de Groenkrakers op de laatste dag van september het complex zouden verlaten. Een deel van de krakers zei langer nodig te hebben om vervangende woonruimte te vinden. In plaats van meer tijd bood de eigenaar geld aan de krakers om hen ertoe aan te zetten te vertrekken. Per woongroep zegde Mozia Investments 9.000 gulden toe om zeker te stellen dat de krakers de panden op de afgesproken datum zouden verlaten. De Nederlandse bewoners van de Langebrug accepteerden het aangeboden bedrag. De Britse bewoners van de Pieterskerkchoorsteeg hapten minder snel toe. Op de dag van vertrek eisten zij 10.000 gulden per kraker. ‘Op hun eis om geld kunnen we niet ingaan. Die Engelsen chanteren ons. Hun eisen zijn buiten proporties,’ aldus een woordvoerder van Mozia. Uiteindelijk ontving de groep Britse krakers toch 27.000 gulden om hun panden dezelfde dag nog te verlaten. Leidsch Dagblad 30 september 1992

De bom barstte toen naar buiten kwam dat de Groenkrakers betaald waren om het complex te verlaten. De krakers lieten aan het Leidsch Dagblad weten geen commentaar te willen geven op het voorval. De eigenaar, autoriteiten en omstanders reageerden daarentegen wel en spraken hun verontwaardiging uit over de gang van zaken. Ondanks het feit dat de eigenaar van Mozia Investments zelf toegezegd had om de krakers te betalen, gaf hij later in interviews met de krant aan dat hij zich ‘gemangeld’ voelde. ‘Opgelaten’ en ‘hoofdschuddend’ vertelde hij de krant over de keuze om de krakers te betalen. Leidsch Dagblad 1 oktober 1992

Hij stelde: ‘Hiermee is een ernstig precedent geschapen. Kraken kan zo een zeer lucratieve zaak worden.’ Hij was van mening dat vooral de Britten zich ‘schandalig’ gedragen hadden. Leidsch Dagblad 1 oktober 1992
Een advocaat die werd aangehaald door de krant meende dat de betaling tot ‘maffiapraktijken’ zou kunnen leiden. Leidsch Dagblad 2 oktober 1992

Ook de politie was niet te spreken over het voorval. De woordvoerder van de politie reageerde ‘met verbijstering’ en stelde: ‘Het betalen van krakers kan nieuwe groepen aantrekken.’ Het Leidsch Dagblad concludeerde hierop: ‘De politie houdt er rekening mee dat met name buitenlandse groepen krakers in Leiden actief zullen worden.’ Leidsch Dagblad 1 oktober 1992

Enkele dagen later sprak ook de gemeente zich uit en zei niet te zullen kiezen voor het betalen van krakers om panden te verlaten. Een gemeenteraadslid van de CDA nam stelling: ‘Het lijkt erop dat kraken niet meer een middel is voor een rechtvaardige woonruimteverdeling, maar een commerciële activiteit.’ Leidsch Dagblad 7 oktober 1992

Het Leidsch Dagblad vroeg ook omstanders in de buurt naar hun mening over de betaalde krakers. Onder de kop ‘Je zou bijna zelf kraker worden’ gaf de krant het woord aan vijf omstanders. Geen van hen was te spreken over het voorval. Vier van hen meenden dat de krakers schuld trof. Een echtpaar, beiden 56 jaar, liet het volgende weten: ‘Het is een grof schandaal. Dat je een pand kunt kraken dat niet van jou is, gaat er bij ons nog steeds niet in. Dan krijgen zij er ook nog gratis water en licht bij. En dan komen die lui ook nog eens uit Engeland. Wij hebben niets tegen Engelsen, maar wat doen zij hier? Laten zij naar huis gaan en snel. Het is allemaal moeilijk te verkroppen, maar je mag ze er niet uitslaan, wat misschien wel de beste methode is.’ Een 24-jarige jongeman ging een stap verder en zei: ‘Ik had wel een goedkopere manier gevonden om van die krakers af te komen. Hoe? Voor 10.000 gulden kun je een heel effectieve knokploeg formeren. Dat had mij 26.000 gulden bespaard. Ja, dat is een grof middel, maar soms is dat nodig. Maar de eigenaar heeft het blijkbaar op een andere, meer vredelievende manier willen oplossen.’ Leidsch Dagblad 2 oktober 1992

De Peueraar liet ook van zich horen en nam stelling tegen de toon die in het Leidsch Dagblad werd aangeslagen: ‘Er is de afgelopen weken nogal wat te doen geweest omtrent de “ontruiming” van het Groen-complex, gelegen aan de Langebrug en de Pieterskerkchoorsteeg. Zoals iedereen wel in het pulpblad Leidsch Dagblad heeft kunnen lezen, hebben de krakers het pand verlaten tegen betaling van een enorme som geld. Nog afgezien van wat de kraakredacteur van zo’n afkoopsom voor idealen vindt, is de hetze die het Leidsch Dagblad gevoerd heeft, ronduit belachelijk. […] Veel mensen zien dit geval als makkelijk geld vangen, terwijl ze zelf op de “eerlijke”, hardwerkende manier hun brood en auto verdienen. Deze mening is het Leidsch Dagblad ook toegedaan, blijkens de verontwaardigde artikelen en de ruime aandacht.’ De Peueraar november 1992 (nr. 27)

Toch wrong het ook bij het links-activistische maandblad dat de krakers geld hadden aangenomen. Opnieuw maakte De Peueraar geen onderscheid tussen Nederlandse en Britse krakers, maar sprak over de Langebrug- en Pieterskerkchoorsteeg-krakers. Het was deze laatste groep die het bedrag van 27.000 gulden had ontvangen ‘om op te rotten’. Het blad vervolgde: ‘Dit hebben ze geaccepteerd, maar helaas, lang hebben ze niet van hun geld kunnen genieten, want een van hen is er met het meeste geld vandoor gegaan… Waarschijnlijk zit ie nu in Thailand.’ Het ironische stukje werd echter met een serieuze toon afgesloten: ‘De kraakredacteur verwerpt het aannemen van oprotpremies door krakers. Het maakt het kraken op zich ongeloofwaardig. Waarom wordt er gekraakt? Tegen woningnood, tegen leegstand en tegen speculeren (dachten wij). Met een smak geld in je zak heb je nog steeds geen dak boven je hoofd.’ De Peueraar november 1992 (nr. 27)

Opnieuw gekraakt
Het vertrek van de krakers zou van korte duur blijken. Twee weken nadat de laatste krakers het complex verlaten hadden, kocht bouwbedrijf Korswagen het complex van Mozia Investments. De nieuwe eigenaar was drie maanden na de koop nog niet begonnen met de verbouwing van het complex. Hierop besloot een deel van de Groenkrakers, in de eerste dagen van 1993, het complex opnieuw te kraken. Buurtbewoners reageerden in eerste instantie verontwaardigd, maar trokken bij toen zij een gemeenschappelijke deler met de krakers vonden: de bouwplannen van bouwbedrijf Korswagen bleken bij beide groepen omstreden.

De gemoedelijke relatie tussen de krakers en de buurt hield echter niet lang stand. Nadat het bouwbedrijf toestemming kreeg om het complex te ontruimen, organiseerden de bewoners eind februari een ‘slotfeest’. ‘Stoelen en banken werden op straat gezet, de straat werd opengebroken en met planken uit het pand werd op straat een fikkie gestookt.’ De krakers leken niet op een onverwachtse ontruiming te willen wachten: ‘“Dan lokken we het liever nu uit”, zei een van de krakers. “We maken er een speciaal dagje van. Als ze zo nodig willen ontruimen zorgen wij wel voor een reden.”’ Hoewel agenten, die afkwamen op de gebeurtenissen bij het gekraakte complex, met verf bekogeld werden, grepen zij niet in. Ook tot een ontruiming kwam het niet. Nadat de wijkagent had toegezegd dat de krakers een week voor de ontruiming ingelicht zouden worden, hielden de krakers op met hun actie en maakten zij de opengebroken straat weer dicht. De gebeurtenis leidde tot boze reacties in de buurt. Een winkelier meldde: ‘Ik heb geen klant gehad vandaag. Hoe moet ik mijn kinderen nou vanavond te eten geven?’ Doelend op de relatie met de buurtbewoners, sprak de winkelier de krakers toe: ‘[V]andaag hebben jullie punten verspeeld.’  Leidsch Dagblad 24 februari 1993

Twee weken later volgde de eigenlijke ontruiming. Buiten het complex demonstreerde een dertigtal sympathisanten van de krakers tegen de ontruiming. De buurt zelf voelde zich niet geroepen om hetzelfde te doen. De krant berichtte: ‘Op sympathie van de omwonenden en de winkeliers hoeven de krakers niet te rekenen. “Wat maken ze er een pestzooi van” en “Wat kost dát de gemeenschap allemaal niet”, werd geroepen.’ Leidsch Dagblad 10 maart 1993

Het Leidsch Dagblad meldde dat de ontruiming rustig en zonder grote incidenten was verlopen. Toen de politie, onder leiding van de wijkagent, bij het Groencomplex aankwam, bleken de meeste krakers al vertrokken te zijn. Een groep van acht krakers was achtergebleven in de panden. Wijkagent Spaan werd door de krakers ‘op kanonslagen getrakteerd en zakjes met drek volgden’. Hierop drongen de politieagenten het complex binnen om de krakers te arresteren. ‘In de deuropening werden ze een voor een “neergezet” en aan de haren vastgehouden opdat de politie goede video-opnamen van de 7 personen kon maken. De krakers reageerden met het trekken van gekke bekken en scheldpartijen.’ Ondanks deze beschrijving zei de politie tevreden te zijn over de ontruiming. De ME hoefde niet ingezet te worden en er zou geen geweld zijn gebruikt. Leidsch Dagblad 11 maart 1993

Een gewelddadige ontruiming
De ontruiming kreeg een lange nasleep. De gearresteerde krakers verklaarden namelijk dat de politie hen mishandeld had. De Groenkrakers kregen veel aandacht in de krant en kwamen op verschillende gelegenheden aan het woord. De politie reageerde meerdere malen op de beschuldigingen en ook de lokale politiek raakte betrokken. In de weken die volgden kwam meer informatie over de ontruiming naar boven. Een week nadat het Leidsch Dagblad had gesteld dat er van geweld geen sprake was geweest tijdens de ontruiming, kopte het met ‘Leidse politie over de schreef bij ontruiming’. Leidsch Dagblad 17 maart 1993

In het artikel werden twee politieagenten genoemd die camerarolletjes hadden ingenomen van omstanders die foto’s hadden gemaakt van het politieoptreden. Burgemeester Goekoop stelde dat dit niet had mogen gebeuren. De politie zei het voorval te betreuren, maar liet weten dat het om een ‘spontane actie’ van de twee agenten ging. Nog maanden later schreef het Leidsch Dagblad over de rechtszaak tegen de arrestatie van de krakers. In dat artikel werd gemeld dat de Mobiele Eenheid wel degelijk had ingegrepen bij de ontruiming en dat de krakers door de ME ‘uit het Groencomplex […] werden gesleept’. Leidsch Dagblad 27 juli 1993

In de krant deed een kraker haar verhaal over de ontruiming: ‘Ze hebben mij echt verschrikkelijk behandeld tijdens de ontruiming en de verhoren. Tijdens de ontruiming ben ik geslagen, geduwd en uitgescholden. Ik heb er een gekneusde schouder en duim aan over gehouden. Ze schreeuwden naar ons: we vermoorden jullie, we maken jullie af. En bij de verhoren werd ik geïntimideerd en waren de seksistische opmerkingen niet van de lucht. Ik heb nu het idee dat de politie achter mij en de andere krakers aanzit. We hebben onze namen niet genoemd en daar proberen ze volgens mij achter te komen. Ik krijg steeds meer het idee dat de politie alles maar kan doen.’ Ook haar vader kwam aan het woord: ‘Het is niet zo dat ik vind dat jongeren die zich niet aan de regels houden niet gestraft mogen worden. Maar zware vrijheidsstraffen en het aanleggen van een strafblad is buiten proporties. En het belemmert ook nog de toekomstmogelijkheden van deze vredelievende jongeren, die niets dan verbetering op het oog hebben. Als ze onrechtmatig worden behandeld, zullen ze zich alleen maar harder tegen de maatschappij keren.’ Leidsch Dagblad 26 maart 1993

Woordvoerder Graveland van de politie meende dat de verklaring van vader en dochter ‘kant noch wal’ raakte. Leidsch Dagblad 26 maart 1993

Eerder had hij al laten weten dat er ‘zeker niet onzorgvuldig gehandeld’ was bij de ontruiming. Leidsch Dagblad 15 maart 1993
Het verschil met de toon van de krantenberichten van nog geen drie weken eerder kon echter niet groter zijn. De krakers waren niet langer de lastige puinhoopmakers die de autoriteiten hadden uitgedaagd, maar kregen van het Leidsch Dagblad de ruimte om zichzelf als slachtoffers van het harde politieoptreden te presenteren.

De lokale politiek mengde zich ook in de onenigheid die was ontstaan tussen de krakers en de politie. Tijdens de ontruiming had de politie videobeelden gemaakt. GroenLinks-raadslid Van Schreven deed een aanvraag om deze beelden te zien en zo te kunnen beoordelen of de politie niet alleen fysiek, maar ook verbaal, buiten de perken was gegaan tijdens de ontruiming. Ze vroeg zich af of de ontruiming niet rustiger had kunnen verlopen en haalde een voorbeeld uit Amsterdam aan. Daar hadden krakers gevulde koeken gekregen van de politie. ‘Dat had hier ook best gekund’, aldus raadslid Van Schreven. De burgemeester was minder enthousiast over het voorstel: ‘Ik geef toe dat een bus met ME wat anders is dan een doos gevulde koeken. Maar als de politie wordt getrakteerd op verfbommen, dan kun je toch moeilijk met koek aankomen.’ Leidsch Dagblad 17 april 1993

De officier van justitie besloot uiteindelijk dat de raadsleden en krakers de video-opnames van de politie mochten zien. Het werd echter al snel duidelijk dat de beelden niet lieten zien wat er tijdens de ontruiming gebeurd was. Laurier, fractievoorzitter van GroenLinks, liet weten: ‘Je hoort wat leuzen roepen, maar uit wiens mond die komen wordt niet vertoond. Het bevestigt noch ontkent de beschuldigingen.’ Leidsch Dagblad 30 april 1993

Hiermee hield de berichtgeving over de Groenkrakers nagenoeg op. Alleen in juli 1993 schreef de krant nog over de uitspraak van de rechtbank tegen de krakers die bij de ontruiming gearresteerd waren. De groep werd vrijgesproken van huisvredebreuk, maar drie van hen kregen een celstraf van een week (die ze in voorarrest al vervuld hadden) omdat zij met verf en rotjes naar de politie gegooid hadden. Leidsch Dagblad 27 juli 1993

Conclusie
De bezetting van het Groencomplex hield het Leidsch Dagblad flink bezig. In iets meer dan een jaar tijd publiceerde de krant ruim dertig artikelen over het complex en haar bewoners. Een aantal dingen vallen op in deze berichtgeving. Zo leidde ophef rondom de overlast door krakers en gebrek aan veiligheid in het complex tot uitgebreide aandacht in de krant. Omstanders en autoriteiten lieten van zich horen, waarbij het merendeel van hen waarschuwde voor de aanwezigheid van de krakers in het complex. Hiermee schetsten zij hun eigen, grotendeels negatieve, beeld van de bezetting.

Dit werd temeer duidelijk toen naar buiten kwam dat de krakers in september 1992 uit het complex waren vertrokken in ruil voor een bedrag van 36.000 gulden. Het feit dat de Britse krakers het aanvankelijk aangeboden bedrag niet geaccepteerd hadden, maar meer geld hadden geëist en gekregen, leidde tot de grootste verontwaardigdheid. Omstanders, politie, gemeentelijke raadsleden en de eigenaar deden hun beklag over de gang van zaken.

Het alternatieve, linkse maandblad De Peueraar keerde zich tegen het Leidsch Dagblad en stelde dat de ophef waarover de krant schreef mede door henzelf zelf gecreëerd werd. Het maandblad zette vraagtekens bij de neutrale kijk van de krant en bekritiseerde de steevast negatieve berichtgeving over het Groencomplex en haar bewoners.

Toen in maart 1993 het complex ontruimd werd, nadat krakers er opnieuw hun intrek hadden genomen, was er een duidelijk verschil merkbaar in de berichtgeving van het Leidsch Dagblad. Nadat een groep gearresteerde krakers de politie beschuldigde van geweld tijdens de ontruiming, kregen zij in de krant ruimte om hun verhaal te doen. De toon van de nieuwsberichten veranderde met de krakers die zichzelf als slachtoffers presenteerden.

Deze artikelen, over de nasleep van de ontruiming, vormden echter een uitzondering. Hoewel er veel over hen geschreven werd, kwamen de krakers nauwelijks aan het woord in het Leidsch Dagblad. Het blijft onduidelijk of dit enkel kwam doordat de krakers zelf met de krant weigerden te spreken (zoals het geval was nadat zij benaderd waren om over het aangenomen geldbedrag te praten). In De Peueraar dienden de krakers namelijk wel van repliek. Een deel van de krakers stelden zichzelf voor in een brief en boden hun eigen kijk op de klachten over de overlast en gebrek aan veiligheid in hun kraakpanden. De Britse krakers in het complex bleven echter ongrijpbaar voor zowel traditionele als alternatieve media.

Leidsch Dagblad 1 februari 1992, 7 maart 1992, 7 april 1992, 20 juni 1992, 22 juli 1992, 22 juli 1992, 24 juli 1992, 28 september 1992, 30 september 1992, 1 oktober 1992, 1 oktober 1992, 2 oktober 1992, 2 oktober 1992, 7 oktober 1992, 4 januari 1993, 5 januari 1993, 3 februari 1993, 24 februari 1993, 24 februari 1993, 10 maart 1993, 11 maart 1993, 11 maart 1993, 15 maart 1993, 17 maart 1993, 26 maart 1993, 15 april 1993, 17 april 1993, 30 april 1993, 27 juli 1993.

De Peueraar mei 1992 (nr. 21), september 1992 (nr. 25), november 1992 (nr. 27).

meer over