1970
'71
'72
'73
'74
1975
'76
'77
'78
'79
1980
'81
'82
'83
'84
1985
'86
'87
'88
'89
1990
'91
Het mediaspektakel rond Di Singh
gepubliceerd op 08 aug 2017 door Charlotte van Rooden

In 1977 werd het huis van Di Singh, een Indiase werknemer van Fasson (fabrikant van kleef- en lijmartikelen), gekraakt. Di Singh was de woning op dat moment nog aan het opknappen voor de komst van zijn vrouw, die binnenkort vanuit India naar Nederland zou verhuizen. Het bleek lastig om de krakers weer te ontruimen en zowel het Leidsch Dagblad als de Leidse Courant besteedden veel aandacht aan de zaak, waarin zij Di Singh als duidelijk slachtoffer van deze kraakactie neerzetten.

De krakers van Di Singhs huis hadden niet veel eerder hun gekraakte woning(en) aan de Morssingel moeten verlaten. Zij hadden, naar eigen zeggen, geen andere mogelijkheid dan het kraken van Di Singhs woning. Di Singh had daarentegen ten tijde van de kraakactie nog een kamer aan de Boerhaavelaan. De krakers vonden daarom dat hun actie legitiem was.

Di Singh bracht daartegen in het huis aan de Vestestraat te hebben gekocht omdat hij daar met zijn vrouw samen wilde wonen. Dit was niet mogelijk in zijn kamer aan de Boerhaavelaan, bovendien liep het huurcontract voor deze kamer binnenkort af.

De kraakactie is interessant, omdat de twee Leidse kranten compleet verschillend schreven over de zaak en omdat de gemeente aanvankelijk een afwachtende houding innam.

Kraken aan de Morssingel
In juni 1977 ontvingen de bewoners van de Morssingel een brief van de gemeente. Hierin werd hen verteld dat zij hun woning dienden te ontruimen en dat anders de ‘sterke arm van politie en justitie’ zou worden ingezet. De huizen zouden namelijk worden afgebroken. Leidsch Dagblad 29 juni 1977

De panden aan de Morssingel waren al in de jaren zestig door de gemeente opgekocht of onteigend zodat er kantoren zouden kunnen worden gebouwd. Dit was onderdeel van het plan om de Stationswijk verder op te knappen, maar de kantoren werden nooit gebouwd wegens geldgebrek.

In de jaren zeventig werd besloten dat er beter in woningbouw kon worden geïnvesteerd. Er zouden honderdvijfentwintig nieuwe woningen gebouwd worden. Ondertussen werden de panden aan de Morssingel door een wisselende groep van krakers bewoond. Aanvankelijk had de gemeente de krakers laten begaan, omdat de plannen voor het gebied nog niet duidelijk waren. Ze hoefden geen huur te betalen. Leidsch Dagblad 16 september 1977

Sommige krakers woonden intussen al enkele jaren op de Morssingel, toen uiteindelijk begin 1977 besloten werd dat de panden moesten worden ontruimd. De bewoners protesteerden. Zij maakten bezwaar tegen het feit dat de gemeente het bestemmingsplan wilde wijzigen en probeerden de singelpanden op de Monumentenlijst te krijgen, zodat ze niet zouden kunnen worden afgebroken.

Met hulp van een advocaat, mr. Teekens, dienden zij een bezwaarschrift in. De president van de Haagse rechtbank, mr. Blaauw, besloot echter in een kort geding dat de ontruiming van de panden door moest gaan. Deze zou moeten plaatsvinden voor 15 september.

De meeste bewoners van de panden aan de Morssingel waren krakers en hadden juridisch gezien geen poot om op te staan. Op Morssingel 2 woonden echter enkele migranten uit Marokko, die wel een huurovereenkomst hadden en eerst huur betaalden aan de Stichting Migrantencentra en later aan de gemeente. Leidsch Dagblad 29 juni 1977

Aan hen bood de gemeente vervangende woonruimte in Leiderdorp. Later, in augustus 1979, zouden deze migranten echter de Morspoortkazerne bezetten, omdat ze de woonruimte in Leiderdorp niet wilden betrekken. Leidsch Dagblad 9 juli 1980

De Vestestraat 11: het huis van Di Singh
Een drietal Morssingelkrakers kraakte in september 1977 het huis van Di Singh aan de Vestestraat 11. Het Leidsch Dagblad berichtte pas begin oktober over de kraakactie in de Vestestraat. Hoewel de Leidse Courant er eerder bij was, besteedde zij ook pas vier dagen na de kraakactie aandacht aan het voorval. Bij het eerste artikel in de Leidse Courant stond meteen al een grote foto van de jonge Di Singh (24), terwijl hij in de fabriek aan het werk was (of in ieder geval als zodanig voor de foto poseerde). Het onderschrift luidde: ‘Met vele uren overwerk heeft de heer Singh geld bijeen gekregen om zijn droomhuisje te kopen.’ In een vrij dramatische stijl werden de gebeurtenissen van het weekend geschetst:

‘…dat hij Nederland zo’n fijn land vindt met allemaal vriendelijke mensen…’ ‘Toen Di Singh zaterdagavond om zes uur de sleutel van zijn toekomstige behuizing in het slot wilde steken, lukte dit niet. In zijn voordeur was een nieuw slot aangebracht. De Indiase werknemer belt verrast aan. De voordeur van zijn huisje aan de Leidse Vestestraat 11 wordt op een kier geopend. “Maak dat je wegkomt,” wordt hem toegevoegd. Een mes wordt getoond. Singh begrijpt er niets van en wil in gebrekkig Nederlands gaan uitleggen, dat hij zijn eigen huisje binnen wil; dat zijn vrouw volgende week uit het verre India overkomt; dat hij jarenlang heeft geploeterd om zijn droomhuisje te kunnen kopen; dat hij Nederland zo’n fijn land vindt met allemaal vriendelijke mensen…’ Leidse Courant 27 september 1977

De krant berichtte dat het papierwerk voor de aanschaf van het huis al rond was toen de krakers het pand betrokken en dat Di Singh ook al enkele avonden in het huis aan de slag was geweest om het op te knappen en onder andere een wasmachine te installeren. Er zouden al pogingen gedaan zijn om de krakers te overtuigen het huis weer te verlaten, maar deze waren niet geslaagd. In de krant werd verder gemeld dat Di Singh slechts gebrekkig Nederlands sprak en ook te kort in Nederland verbleef om zijn rechten zelf te kunnen verdedigen. Hij werd beschreven als tamelijk hulpeloos. Toch kwam Di Singh zelf ook aan het woord:

‘Wat moet ik mijn vrouw vertellen?’ ‘De tranen schieten de heer Singh in de ogen, als hij bedenkt dat zijn vrouw misschien al volgende week dinsdag op Schiphol afgehaald moet worden: “Wat moet ik nu tegen haar zeggen als ik haar zie…, moet ik zeggen dat wat ik haar geschreven heb allemaal niet waar is geweest? Moet ik tegen mijn vrouw zeggen, dat mijn huisje gestolen is en dat alle spaarcenten nu weg zijn?…, dat de ramen ingegooid zijn, dat alles kapot gemaakt is en ik weer een hele lange tijd moet sparen om het huis een beetje mooi te maken”, klaagt de radeloze man.’ Leidse Courant 27 september 1977

Het was de Leidse Courant bekend dat de drie krakers ex-Morsingelbewoners waren. Zij beweerden te zijn bedreigd door een tiental met stokken gewapende mannen. Het zou gaan om kennissen van de voormalige Haagse eigenaar, die Di Singh zo had willen helpen. Di Singh zelf had naar eigen zeggen nooit aangedrongen bij anderen ‘om de bezetters met harde hand uit het pand te verjagen’.

Volgens de krakers waren er vernielingen aangebracht door de ‘ontzetters’. De krant was echter niet onder de indruk. De verslaggever benadrukte dat de krakers een slim spelletje speelden door telkens te rouleren wie er in het pand verbleef. Hierdoor kon niemand als hoofdbewoner aangewezen en aangeklaagd worden.
De dagen daarop verschenen in de Leidse Courant maar liefst drie artikelen over Di Singh, telkens met een foto waarop hij duidelijk poseerde en erg ongelukkig keek.

In de artikelen werd Di Singh aangehaald als ‘gedupeerd’, ‘stamelend’, ‘hardwerkend’, ‘vertwijfeld’, ‘radeloos’. Hoewel de vertegenwoordigers van de gemeente en de politie volgens de krant duidelijk aan de kant van Di Singh stonden, was het toch niet mogelijk om op korte termijn het huis te ontruimen. Op een gegeven moment overwoog de gemeente zelfs om een burgerraadsman, een advocaat die voor de gemeente werkte, voor Di Singh in te zetten. Uiteindelijk werd Di Singh echter vertegenwoordigd door een particuliere advocaat, mr. Teekens. Leidse Courant 30 september 1977

De krant benadrukte dat de krakers bepaalde rechten hadden, ook al was ze het niet met hen eens. Zo kwam bijvoorbeeld een woordvoerder van de politie aan het woord:

‘In Nederland geldt, dat het huisrecht het hoogste recht is. Dit betreft nu in feite ook de krakers. Ook hun rechten moeten gewaarborgd blijven. De politie kan pas optreden als er sprake is van een ‘heterdaad-fase’. We moeten dan de krakers erop betrappen, dat ze pogingen doen een huis binnen te dringen. Formeel moeten we dan ook nog twee kwesties van elkaar scheiden. Men kan de ‘juridische’ of de ‘feitelijke’ bewoner van het pand zijn. Een juridische bewoner is in naam eigenaar, maar hoeft niet in zijn huis te wonen. Een feitelijke bewoner woont wel in zijn huis. We kunnen dus vóór of vlak na een kraakaktie nog wel optreden, maar dan moeten we eerst onderzoek plegen of er een juridische of feitelijke bewoner van het pand bestaat. Vaak komt het erop neer, dat er andere stappen moeten worden ondernomen om het kraakpand aan de wederrechtelijke bewoner toe te wijzen.’ Leidse Courant 30 september 1977

Ook de krakers lieten zich uit over de letter van de wet, die in dit geval inderdaad misschien wel aan hun zijde stond: ‘Een Kort Geding maakt ons niets. Singh is zo stom geweest om tegen de deur te schoppen van zijn eigen woning. We vatten dit op als een dreigement. In feite is hij eigenmachtig gaan zitten op de stoel van de rechter. Volgens de bepalingen van de huidige “kraakwet” kan hem dit ten laste worden gelegd.’ Leidse Courant 30 september 1977

Tegelijkertijd concludeerde de burgerraadsman, die ook gevraagd was zich over de zaak te buigen, dat de gemeente ‘theoretisch gezien’ het pand aan de Vestestraat zou kunnen ontruimen. Volgens de burgerraadsman wílde de gemeente dit niet en was dat standpunt van de zijde van het stadhuis van ‘politieke aard’, omdat het ging om een particuliere woning en niet om een gemeentewoning. Hij was het er duidelijk niet mee eens: ‘Het gaat hier niet om grote huizenbonzen, maar om een kleine man…’ Leidse Courant 1 oktober 1977

In een ander artikel, in het Leidsch Dagblad, werd dezelfde kwestie als volgt uitgelegd:

‘Volgens [de chef van het Bureau Huisvesting, mr. Dekker,] is er sprake van een juridisch gecompliceerd probleem. De gemeente volgt tot nu toe als gedragslijn dat krakers van woningwetwoningen en wisselwoningen, die al aan een ander waren toegewezen, er acuut worden uitgezet. Is er van toewijzing aan een ander nog geen sprake geweest, dan volgt de ontruiming pas na een geding. Bij het kraken van particuliere woningen heeft de gemeente tot nu toe nimmer ingegrepen, maar dat overgelaten aan de huiseigenaars.’ Leidsch Dagblad 5 oktober 1977

Ondertussen had de krant ook de krakers de mogelijkheid gegeven aan het woord te komen. De advocaat van Di Singh, die dus eerder de krakers van Di Singh’s huis had vertegenwoordigd, meende dat zij best redelijke mensen waren en dat hij goede contacten met hen had gehad. Desalniettemin werden ze in de krant nogal zelfzuchtig afgeschilderd:

‘Ik vind mijzelf veel zieliger dan Di Singh’ ‘Een gesprek met een der krakers van het huis in de Vestestraat leerde, dat hij zijn eigen woonsituatie ernstiger achtte dan dat van “lotgenoot” Di Singh. Hij stelde, dat als Singh in staat is een huis te kopen, hij ook wel mans genoeg zou zijn om zijn eigen rechten te verdedigen. “Singh kan toch tegen zijn makelaar zeggen, dat hij het huis niet meer wil hebben. Volgens mij is zijn koop nog wel ongedaan te maken. Ik vind mijzelf veel zieliger dan Singh. Ik ga binnenkort als verpleger werken. Van bevoegde instanties heb ik tot nu toe geen huis toegewezen gekregen. Hoewel ik een woonurgentie-A bezit. Hoe naar het ook voor Di Singh kan zijn, ik weiger het pand te verlaten, want dan ben ik weer een vogelvrijverklaarde…”’ Leidse Courant 1 oktober 1977

Waarschijnlijk hebben citaten zoals deze invloed gehad op de grote verontwaardiging die een paar dagen later in het gemeentehuis geuit werd. Vertegenwoordigers van alle grote partijen (CDA, VVD en ook PvdA) waren het erover eens dat de krakers eruit moesten worden gegooid. Leidsch Dagblad 5 oktober 1977, Leidse Courant 5 oktober 1977

In het Leidsch Dagblad werd ondertussen nog een keer de kant van de krakers belicht:

‘Het is een vervelende situatie, voor Di Singh, maar ook voor ons. Er is hier sprake van twee groepen, die in de mangel zitten: alleenstaanden en buitenlandse werknemers. Maar Di Singh heeft nog een dak boven zijn hoofd. En wij niet. De gemeente heeft niets voor ons gedaan. Tijdens de Morssingelaffaire hebben Verboom en Dekker duidelijk laten weten, dat ze niets voor ons willen zoeken. En om zelf iets te vinden: dat is bijna onmogelijk met de huidige kamernood. Er zijn nog steeds vroegere Morssingelbewoners dakloos.’ Leidsch Dagblad 5 oktober 1977

‘Welcome to your lovenest’ Uiteindelijk verlieten de krakers het pand alsnog ‘vrijwillig’; ze ontruimden het voor de officiële uitspraak van het kort geding in Den Haag. Volgens het Leidsch Dagblad hadden ze wel de nodige rommel achtergelaten, en bovendien de muren beklad met teksten als ‘Welcome to your lovenest’. Toch plaatste het Leidsch Dagblad een grote foto van een lachende Di Singh met het onderschrift: ‘Di Singh kan weer lachen.’ Leidsch Dagblad 11 oktober 1977

Hoewel dit het laatste artikel was dat in het Leidsch Dagblad over de zaak geplaatst werd, verschenen er in de Leidse Courant nog maar liefst tien artikelen over de zaak. Deze gaven een ander beeld van de afloop: in plaats van een lachende Di Singh kopte de Courant met ‘Krakers vernielen huisje Singh’. Zij schilderen de ‘troep’ die de krakers hadden achtergelaten dan ook veel dramatischer af dan het Leidsch Dagblad dat had gedaan. Leidse Courant 11 oktober 1977

Vervolgens organiseerde de krant in samenwerking met enkele buurtbewoners een actie voor Di Singh, die volgens de krant bedoeld was om Di Singh ‘het vertrouwen in de Leidse bevolking terug [te] geven’. Leidse Courant 12 oktober 1977

De buurtbewoners spraken van een ‘schande voor de stad’ en vertelden ook over het ‘uitbundige feest’ dat was gehouden door de krakers in de nacht voor vertrek. ‘Actie Di Singh’ werd wel zes keer aangekondigd in de Leidse Courant. Uiteindelijk werd een namenlijst van de donateurs geplaatst. Het totale bedrag dat gedoneerd werd aan ‘Actie di Singh was 3260 gulden.

De donateurs bestonden uit ‘honderden gulle gevers, voor het grootste deel afkomstig uit Leiden’. De donaties waren in sommige gevallen van een tekstje voorzien, zoals; ‘Wij schamen ons voor dit soort landgenoten’; ‘Hierbij geld voor Di Singh als protest tegen een bijna misdadige actie’; ‘ondanks die rotte Nederlanders hoop ik dat hij hier toch gelukkig is met zijn vrouw’ en zelfs ‘van Pancras-Oost had ik véél eerder een initiatief verwacht’. Leidse Courant 3 november 1977

Lieve Leidenaars. Dit zal ik nooit vergeten. Op dezelfde dag werd een bedankje van Di Singh in de krant geplaatst met een grote foto van de dankbare huiseigenaar waarin hij geldbiljetten vasthoudt. Het bovenschrift luidde: ‘Bedankt lieve mensen’. Hieronder werd Di Singh geciteerd: ‘Lieve Leidenaars. Dit zal ik nooit vergeten. Wat hebben jullie me gelukkig gemaakt. Ik had nooit verwacht dat de buurt, de stad, ja zelfs heel Nederland mij zo zou helpen. […] Door alle hulp ben ik de nare kraakactie al weer bijna vergeten.’

Een kleine ander halve maand later berichtte de Leidse Courant dat Di Singh nog een bedrag toegewezen had gekregen van de Stichting Medeleven Gedupeerden ten gevolge van Misdrijven. De Stichting had de werknemer een bedrag van vijfhonderd gulden toegekend, ‘als een sympathieke geste aan een buitenlandse werknemer die door Nederlanders onheus is bejegend’. Leidse Courant 18 november 1977

Conclusie
Bij deze kraakactie reageerden verschillende partijen op elkaar. In eerste instantie was er sprake van een conflict tussen een huiseigenaar en een groepje krakers. Meestal was de eigenaar van gekraakte panden een groter bedrijf of de gemeente. In dit geval werd echter een particulier huis gekraakt, nota bene van een gastarbeider. De huiseigenaar kreeg daardoor veel aandacht van verschillende partijen, vooral van de media. De krant benadrukte telkens weer dat Di Singh ‘hopeloos’ of ‘radeloos’ was. Vooral de Leidse Courant legde de nadruk op het feit dat Di Singh uit het buitenland kwam en dat zijn Nederlands nog niet vloeiend was.

Zijn status als buitenlander werkte in dit geval in zijn voordeel, omdat zijn situatie bij alle partijen veel sympathie opwekte. De Leidse Courant benadrukte tevens dat Di Singh een werknemer was. Zo werd er een tegenstelling gecreëerd tussen de hulpbehoevende, hardwerkende gastarbeider en de asociale en egoïstische krakers.

Alle betrokkenen sympathiseerden in dit geval met Di Singh, niet alleen de Leidse Courant. Ook de gemeente reageerde (langzaam, maar) sympathiek. De commissieleden in de gemeenteraad, de burgerraadsman en gemeentewoordvoerders spraken zich immers uit vóór Di Singh. Aan de andere kant ondernam de gemeente niet daadwerkelijk iets om Di Singh te helpen. Ten slotte is het opmerkelijk dat Di Singhs advocaat in een eerdere zaak aan de kant van (dezelfde!) krakers stond, terwijl zeker vanaf 1980 advocaten over het algemeen duidelijk voor de kant van òf krakers òf huiseigenaren kozen.

Vooral is er in het geval van Di Singh echter een interessante rol weggelegd voor de kranten. Hoewel het Leidsch Dagblad slechts vier artikelen plaatste over de kwestie, plaatste de Leidse Courant over hetzelfde conflict zeventien artikelen. Ook vervulde de Courant niet alleen de rol van nieuwsbrenger, maar was zij later bovendien spreekbuis voor de ‘Actie Di Singh’. De publiciteit die zij Di Singh bracht, resulteerde uiteindelijk in een bedrag van 3760 gulden voor de buitenlandse huiseigenaar.

Leidsch Dagblad 29 juni 1977, 16 september 1977, 9 juli 1980, 5 oktober 1977, 10 oktober 1977, 16 september 1977, 11 oktober 1977
Leidse Courant 27 september 1977, 30 september 1977, 1 oktober 1977, 5 oktober 1977, 11 oktober 197712 oktober 1977, 13 oktober 1977, 18 november 1977, 3 november 1977.