In de vroege jaren zeventig kraakten vooral veel jonge gezinnen. Hun verhalen waren aangrijpend.
Een gezin, bestaande uit een ‘24-jarige chauffeur-expediteur, moeder en een anderhalf jaar oud kind’ woonde al vijf jaar bij de ouders van de moeder voordat zij een pand kraakten in de Seringenstraat. Direct hierna ontstond er een verbeten conflict, waarbij het gezin weigerde de nieuw-veroverde woning op te geven. De woningbouwvereniging riep hen op het pand te verlaten en riep later de hulp van de rechter in om de woning te kunnen ontruimen, maar het gezin weigerde resoluut om de woning vrij te maken. Daarop werd de woning door een deurwaarder en de politie ontruimt. ‘Omdat het gezin … ondanks herhaaldelijk aandringen niet opendeed, forceerde de politie de achterdeur, waarna het gezin uit het huis werd gezet.’ Leidsch Dagblad 20 januari 1972
Andere gezinnen kampten met dezelfde problemen, zelfs wanneer ze de stap naar kraken niet durfden te nemen. In november schreef een man, sinds tien jaar slachter, drieënhalf jaar getrouwd en sinds kort vader, in een lezersbrief aan het Leidsch Dagblad over zijn woonsituatie: ‘Sinds september is de situatie bij mijn schoonouders onhoudbaar geworden en zijn mijn vrouw en ik ieder weer bij de eigen ouders gaan wonen. Binnenkort bevalt mijn vrouw van een tweede baby.’ Het stoorde hem mateloos dat het slachtersbedrijf waarvoor hij werkte huizen bezat die onbewoond bleven, ‘omdat de huizen als ze verkocht worden, leeg meer geld opbrengen’. De lezer had raadsleden en zelfs de wethouder hierop aangesproken, maar allen zeiden ‘niets te kunnen doen’: ‘Mijn zenuwen staan vaak op het punt het te begeven als ik dagelijks, naar ’t werk gaande, de lege huizen zie welke hermetisch afgesloten zijn tegen krakers.’‘Mijn zenuwen staan vaak op het punt het te begeven als ik dagelijks de lege huizen zie welke hermetisch afgesloten zijn tegen krakers.’ Leidsch Dagblad 16 november 1972
In Oegstgeest kampte de SOJCO, ‘een stichting die zich bezig houdt met de opvang van ongeorganiseerde jongeren’ met ruimtenood. Jongeren bezetten daarop een zaterdag lang het gebouw van de katholieke jongerenorganisatie KJJC. Via een stencil liet de groep weten, dat ze geen aanspraak maakten op het KJJC-gebouw, dat ze slechts een kamer hadden bezet, dat de actie niet langer zou duren dan tot zes uur ’s avonds en dat er niets zou worden beschadigd. ‘De Oegstgeester politie zag dan ook geen reden om in te grijpen.’ Of de actie iets opleverde is niet bekend. Leidsch Dagblad 23 mei 1972
Leidsch Dagblad 20 januari 1972, 16 november 1972, 23 mei 1972