Op zaterdag 29 april 2000 bezocht koningin Beatrix met haar familie de stad Leiden. Bijna twee maanden daarvoor publiceerde het Leidsch Dagblad al bezorgd een artikel over mogelijke plannen van Eurodusnie om Koninginnedag te verstoren. Eurodusnie zelf deed geheimzinnig over haar plannen, waardoor het Leidsch Dagblad moest gissen. Volgens de krant was er sprake van ‘geheimzinnige bouwactiviteiten’ bij het Eurodusniepand aan de Boerhaavelaan en onder de leus ‘geen koningshuis, staat of kapitaal maar een wereld voor ons allemaal’, opereerde actiecomité Comodo (Comité Mars op de Oranjes). Leidsch Dagblad 6 maart 2000
Comodo was een landelijke organisatie die zich verzetten tegen het koningshuis. Zowel Eurodusnie als Comodo benadrukten dat, hoewel zij met elkaar verbonden waren, zij niet hetzelfde waren. Buitenstaanders twijfelden hieraan en spraken vooral over Eurodusnie, niet over Comodo. In een eigen gepubliceerd interview van Comodo in Dusniews, de krant van Eurodusnie, merkte het Leidsch Dagblad al op dat ook binnen de organisaties verwarring bestond. Zelfs een Comodo-lid zei per ongeluk ‘Eurodusnie’ in plaats van ‘Comodo’. Het Leidsch Dagblad zei daarop: ‘Dat “Eurodusnie” in het citaat moet een vergissing zijn, of anders spreekt de naamloze geïnterviewde met “gespleten tong”.’ Leidsch Dagblad 29 maart 2000
‘Geen koningshuis, staat of kapitaal maar een wereld voor ons allemaal’Naarmate Koninginnedag dichterbij kwam, onthulde de gemeente steeds meer veiligheidsmaatregelen. Het stadsbestuur riep een noodverordening uit: alleen mensen die langs de route woonden die door de koningin werd afgelegd mochten daar, met een pasje, langs. Ook werden bruggen en steegjes langs de route afgesloten. Daarnaast was er tijdens het bezoek een vliegverbod boven de stad, gold er een parkeer- en vaarverbod in het centrum, en moesten alle afgemeerde boten uit het water worden gehaald. Bovendien werd de horeca hard getroffen: zij mochten de hele dag geen buitentaps hebben.
Hier was de horeca uiteraard niet blij mee en zij sprak van ‘paniekzaaierij’. Willem Ankoné, eigenaar van een kroeg, begreep de angst van de gemeente wel, maar snapte hun maatregelen niet zo goed: ‘[D]an denk ik “er is toch ook nog zoiets als een dialoog”. Wissel eens van gedachten met ze en dan kunnen er altijd nog maatregelen worden genomen.’ Leidsch Dagblad 16 maart 2000
De vraag rees of de maatregelen normaal waren, of overdreven. En als dat laatste het geval was: waar was de burgemeester dan zo bang voor? Volgens de burgemeester zelf was de noodverordening uitgeroepen om ‘de koningin veilig door de binnenstad te loodsen, door nauwe steegjes waar zich veel publiek verzamelt’. Leidsch Dagblad 22 maart 2000Het Leidsch Dagblad noemde echter ook nog een andere oorzaak: angst voor acties van Eurodusnie.
Wat de burgemeester ook beweerde, hij werd niet geloofd en in de media bleef de discussie over Eurodusnie doorgaan. De maatregelen in Leiden waren strenger dan tijdens bezoeken van Beatrix aan andere steden in voorgaande jaren. Over de redenen hiervoor hield de burgemeester zich op de vlakte.
GroenLinks was verdeeld over de maatregelen. In de gemeenteraad opperde de partij om desnoods demonstranten preventief te arresteren. De burgemeester gaf hier geen gehoor aan. Leidsch Dagblad 22 maart 2000 Toch werd er op woensdag 19 april een Comodo-sympathisant opgepakt die nep-treinkaartjes uitdeelde op station Leiden Centraal. Hiermee wilde hij mensen oproepen om mee te demonstreren tegen het koningshuis. De man werd anderhalve dag later – dus vóór Koninginnedag – weer vrijgelaten. Leidsch Dagblad 21 april 2000
Op landelijk niveau stelde GroenLinks juist Kamervragen over de maatregelen die Leiden uit voorzorg had genomen. Er zouden foto’s zijn gemaakt bij de Weggeefwinkel en infiltranten zijn geworven om meer informatie in te winnen over de plannen van Eurodusnie. De burgemeester en minister Klaas de Vries (PvdA), van Binnenlandse Zaken, ontkenden dit. Ze konden echter niet iedereen overtuigen: volgens de actievoerders waren ze welzeker in de gate gehouden. Leidsch Dagblad 14 juni 2000
Ook binnen de SP verschilden de meningen. In een artikel met als kop ‘Leiden maakt van een mug een olifant’ reageerde fractievoorzitter Cor Vergeer: ‘Wat Eurodusnie doet is bekend. Ze zijn gemakkelijk in de gaten te houden. Ga eens met ze praten.’ Volgens hem waren de maatregelen krampachtig en hoefde de gemeente niet zo heftig op Eurodusnie te reageren. Leidsch Dagblad 14 april 2000 De jongeren van de SP vonden dat ook, maar bekeken dit wel anders. SP-senator en voorzitter van de SP jongerenorganisatie Rood Leiden, Driek van Vugt, zei dat Leidenaars ‘werden gedupeerd door achterlijke acties van de gemeente vanwege nog achterlijkere actievoerders’. Leidsch Dagblad 29 april 2000
‘Welnee. Denk je nou echt dat we rellen willen organiseren met tienduizenden oranjefreaks en bijna duizend agenten in de stad?’In het Leidsch Dagblad ontbrak de dialoog met Comodo en Eurodusnie. Pas op 29 maart kwam er een Comodo-lid ‘aan het woord’. Dat wil zeggen: het Leidsch Dagblad citeerde uit een publicatie van Comodo in Dusnieuws. De activist verklaarde dat de acties niet voor paniek hoefden te zorgen: ‘Welnee. Denk je nou echt dat we rellen willen organiseren met tienduizenden oranjefreaks en bijna duizend agenten in de stad?’ Leidsch Dagblad 29 maart 2000
Op vrijdag 7 april werd bekend waar de ‘geheimzinnige bouwactiviteiten’ op sloegen en onthulden de actievoerders hun zelfgebouwde guillotine. Zij zagen dit als duidelijk symbool tegen het koningshuis. De autoriteiten waren bang dat de guillotine verwees naar ‘ernstige ordeverstoringen’, maar Comodo wilde de guillotine absoluut niet gebruiken: ‘We zijn namelijk principieel tegen de doodstraf. Het is gewoon een sterk en duidelijk symbool.’ Leidsch Dagblad 7 april 2000
Opmerkelijk is dat het Leidsch Dagblad in de week voor Koninginnedag nauwelijks iets publiceerde over mogelijke acties van Comodo. Op 26 april publiceerde de krant nog een artikel dat begon met: ‘De anarchistische actievoerders die op Koninginnedag in Leiden demonstreren tegen het koningshuis, zullen niet aansturen op een confrontatie met het koninklijk bezoek.’ Hoewel de activisten dit al vaker hadden gezegd, werd er nu niet meer over de eerder zo gevreesde dreiging gesproken.
Op Koninginnedag zelf verscheen er één artikel dat niet zozeer over mogelijke acties ging, maar over een taart die in het gezicht van Driek van Vught was gegooid. Het gooien van taarten was een actievorm die uit de Verenigde Staten was overgewaaid en Eurodusnie introduceerde dit fenomeen in Nederland. Activisten gooiden taarten in het gezicht van mensen die volgens hen het kapitalisme en neoliberalisme representeerden. Van Vugt had bij het stadhuis kritiek geuit op de plannen van Comodo en had als waarschuwing een taart naar het comité gestuurd. Hij wilde hiermee op een grappige manier duidelijk maken dat hij hoopte dat Eurodusnie Koninginnedag niet zou verstoren. Dit viel bij Comodo niet in goede aarde. Zij vonden het een populistische manier om de schuld van de strenge veiligheidsmaatregelen op hen af te schuiven en van Vugt kreeg zijn taart diezelfde dag nog retour, in zijn gezicht. Het artikel ging alleen over dit akkefietje en er werd niets genoemd met betrekking op mogelijke acties. Leidsch Dagblad 29 april 2000
‘Ze kreeg een oranje taart in haar gezicht.’De protestactie op Koninginnedag verliep rustig. Een actievoerder, verkleed als koningin, werd door de stad gereden. Er werden toneelstukjes opgevoerd waarin deze koningin zich moest verantwoorden voor de misstanden die zij pleegde, zoals belastingontduiking en dure skivakanties. ‘De nepkoningin belandde uiteindelijk volgens Comodo “om principiële en acteer technische redenen” niet onder de meegevoerde guillotine. Met haar gebeurde wat de politie zo vreesde voor de echte Beatrix: ze kreeg een oranje taart in haar gezicht.’ Confrontaties met Oranjegezinden bleven uit en de toneelstukjes zorgden juist voor veel glimlachen. Leidsch Dagblad 1 mei 2000
Acht maanden na het bezoek van Beatrix aan Leiden publiceerde het Leidsch Dagblad een terugblik. Hierin ging het vooral over de aanpak van burgemeester Postma. Volgens het Leidsch Dagblad was vooral de manier waarop de veiligheidsmaatregelen waren gecommuniceerd nogal ongelukkig. Het leek voor de hand liggend dat ze specifiek voor Eurodusnie waren genomen. Het was het eerste artikel waarin werd genoemd dat de burgemeester vooraf met Comodo had gesproken over de protestactie. De krant was in dit artikel zowel negatief over Comodo, ‘een vermomming van Eurodusnie’, als over de aanpak van burgemeester Postma.
Hoewel de actie rustig was verlopen, en ook de noodverordening mee bleek te vallen, waren burgers verward over de strenge veiligheidsmaatregelen. Waren deze echt niet genomen voor Eurodusnie? Werd de actie eigenlijk wel georganiseerd door Eurodusnie, of door Comodo? En wat was eigenlijk het verschil? Wel bleek dat zowel raadsleden als horeca een duidelijk beeld hadden van Eurodusnie en vonden dat je gewoon een dialoog met hen kon aangaan. De angst voor confrontaties of een taart in het gezicht van de koningin bleek onterecht.