1970
'71
'72
'73
'74
1975
'76
'77
'78
'79
1980
'81
'82
'83
'84
1985
'86
'87
'88
'89
1990
'91
Leiden Tegen Oorlog
gepubliceerd op 16 mei 2018 door Marcha van Wijk

Eurodusnie verzette zich niet alleen tegen een ‘verenigd Europa’, maar voerde ook meerdere keren actie tegen oorlog. Eurodusniërs organiseerden informatieavonden over verschillende oorlogen en filmavonden met kritische documentaires. Daarnaast organiseerden zij benefietavonden en concerten voor de vrede. Ten slotte gingen zij ook de straat op om aandacht te vragen voor oorlogen.

Zo protesteerde Eurodusnie op 22 april 1999 tegen de militaire acties van de Verenigde Staten in Joegoslavië. Militair attaché van de Amerikaanse ambassade M. Hammack zou een lezing houden op de universiteit. Door de aangekondigde actie van Eurodusnie zag hij hier vanaf. Er kwam een andere spreker, die juist oorlog wilde voorkomen. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een grote actie en hielden Eurodusniërs slechts een ‘die in’ en namen zij spandoeken mee. Leidsch Dagblad 23 april 1999

 ‘Op dit moment is vooral de hoofdlijn van de verschillende clubs belangrijk. En dat is: geen nieuwe oorlog. De rest komt later.’Ook na de aanslag op het World Trade Centre van 11 september 2001 voerde Eurodusnie actie tegen de (aanstaande) interventie van de Verenigde Staten in Afghanistan. In eerste instantie protesteerde Eurodusnie hiertegen door flyers uit te delen op het Stadhuisplein. Leidsch Dagblad 26 september 2001

Later richtten Eurodusniërs, samen met leden van andere organisaties, het Leids Anti-Oorlogs Comité (LAOC) op. Aangezien de Verenigde Staten ieder moment Afghanistan konden binnenvallen vonden de leden de verschillen van mening tussen de organisaties niet zo belangrijk. Ze wilden vooral zo snel mogelijk activiteiten organiseren en verklaarden: ‘Op dit moment is vooral de hoofdlijn van de verschillende clubs belangrijk. En dat is: geen nieuwe oorlog. De rest komt later.’ Leidsch Dagblad 2 oktober 2001
Ze riepen mensen op om op de dag van de invasie naar het Stadhuisplein te komen, waar een programma zou worden georganiseerd ‘met speeches en muziek’. Maar ze hoopten vooral dat het niet zover zou komen.

Op 8 oktober vielen de Verenigde Staten Afghanistan binnen en vond er inderdaad een demonstratie plaats. Er verzamelden zich ongeveer tachtig mensen op het Stadhuisplein. Daar kwamen verschillende sprekers en het was het beginpunt van de demonstratie, waar ongeveer vijftig mensen aan meededen. Het Leidsch Dagblad nam de actie weinig serieus en deed uitspraken als: ‘“Stop de oorlog, vrede nu!”, roepen enkele jongeren. Veel herrie maken ze niet.’ Bovendien eindigde dit artikel met de sceptische zin: ‘Aan de andere kant van het plein staat een veel grotere groep uitgaanspubliek op de stoep van discotheek In Casa.’ De demonstratie was volgens de journalist niet erg effectief.

‘Ik heb op van alles gelet, hanenkammen, lange baarden, Palestinasjaaltjes, piercings, stropdassen, hoofddoekjes, zelfs op rare neuzen en andere lichaamsdelen… maar helaas.’Op dit artikel reageerde Eurodusnie-lid Marco van Duijn met een ingezonden brief. Hij was vooral geïrriteerd over de zinnen: ‘Geleidelijk groeit het gezelschap aan tot ongeveer tachtig personen, voor het grootste deel jongeren. Ze zijn aan hun uiterlijk herkenbaar als de vaste kern van de linkse groeperingen in Leiden.’ Leidsch Dagblad 9 oktober 2001

Volgens Van Duijn was er geen karakteristiek uiterlijk, waaraan deze ‘jongeren’ te herkennen zouden zijn: ‘Ik heb op van alles gelet, hanenkammen, lange baarden, Palestinasjaaltjes, piercings, stropdassen, hoofddoekjes, zelfs op rare neuzen en andere lichaamsdelen… maar helaas.’ Leidsch Dagblad 17 oktober 2001
Het was hem juist opgevallen dat een gemêleerd gezelschap de demonstratie had bezocht. Er waren mensen van alle leeftijden, met verschillende achtergronden en een verschillend uiterlijk. Hoewel het Leidsch Dagblad de brief wel plaatste, besloot zij er niet op te reageren.

Op 18 januari 2003 organiseerden vredesorganisaties over de hele wereld manifestaties tegen de oorlog in Irak. In Leiden organiseerde het LAOC ook een vredesmars, maar de opkomst viel tegen en volgens het Leidsch Dagblad verliep de protestmars ‘zo onopgemerkt dat de politie halverwege afziet van verdere begeleiding’. Leidsch Dagblad 20 januari 2003

Hoewel in 2001 in korte tijd relatief veel mensen werden gemobiliseerd, lukte dat in 2003 dus niet.

Toen de Verenigde Staten op 20 maart 2003 Irak binnenvielen, organiseerde Eurodusnie samen met onder andere GroenLinks en de Jonge Socialisten, onder de naam Leiden Tegen Oorlog, een protest op het Stadhuisplein. Er waren verschillende sprekers en de Irakese Nada Al-Rubaiee deed uitspraken als: ‘George Bush, wat mij betreft, go to hell!’ Leidsch Dagblad 21 maart 2003

Eurodusnie voerde dus meerdere malen actie tegen oorlog. De opkomst viel regelmatig tegen en de krant nam de acties niet zo serieus.