1970
'71
'72
'73
'74
1975
'76
'77
'78
'79
1980
'81
'82
'83
'84
1985
'86
'87
'88
'89
1990
'91
Verradelijke voorstelling van geen woningnood
gepubliceerd op 07 aug 2017 door Bart van der Steen & Merel Snoep

Het Centraal Bureau voor de Statistiek publiceerde in 1972 cijfers over de leegstand van ‘goede woningen’ in dat jaar. Volgens het bureau waren er op 1 april van dat jaar 57.000 goede huizen in Nederland die niet bewoond werden. De chef van het Bureau Voorlichting van de gemeente Leiden vertelde het Leidsch Dagblad daarop: ‘Leegstand komt in Leiden nauwelijks voor. Daar is de woningnood te groot voor.’

Zeker goedkope huurwoningen werden in geval van vertrek vrijwel direct opnieuw verhuurd, ‘waarschijnlijk uit angst voor krakers’. Echte leegstand kwam volgens de voorlichter ‘eigenlijk alleen voor bij duurdere koopwoningen’. Leidsch Dagblad 10 augustus 1972

Het verraderlijke van deze voorstelling van zaken zat hem in de kwalificatie ‘goed’. Het verraderlijke van deze voorstelling van zaken zat hem in de kwalificatie ‘goed’. Dat bleek bijvoorbeeld toen twee jongeren een huis aan de Koddesteeg kraakten. De volgende dag al kwam de beheerder van de woning – eigenaar was de Gemeentelijke Woningstichting GWS – de twee vertellen dat ze het pand dienden te verlaten ‘omdat het in zeer slechte staat verkeerde’.

De beheerder werd vergezeld door een aantal slopers en politieagenten. Een van de krakers: ‘Terwijl wij binnen [met de politie] aan het praten waren, gaf [de beheerder] het sein om te gaan slopen. Dit gebeurde ook.’ De beheerder liet zich daarbij niet onbetuigd: ‘Zelf pakte hij nota bene óns breekijzer om de deur eruit te lichten!’ De daaropvolgende situatie was surreëel: ‘Om niet het gevaar te lopen dat onze spullen onder het puin zouden worden bedolven, hebben we ze er toen maar uitgehaald. De slopers waren zo vriendelijk hun auto te lenen om de spullen weg te kunnen brengen. De politie hield zich afzijdig.’ Leidsch Dagblad 5 januari 1972

De twee krakers lieten het er niet bij zitten en stuurden een pamflet aan alle gemeenteraadsleden, waarin ze bezwaar maakten tegen de gang van zaken. Omdat de GWS geen geld had om onbewoonbaar verklaarde woningen te renoveren, werden deze verhuurd als opslagruimte. Volgens de krakers echter werkte het ‘her en der pakruimten maken van woningen … verkrotting in de hand.’ Zij vonden het onverantwoord om woningen als opslagplaats te verhuren bij zo’n hoge woningnood. Leidsch Dagblad 6 januari 1972

Een aantal dagen later maakte PSP-raadslid Kees Walle een punt van de zaak in de gemeenteraad. Hij wees erop dat er in de Narmstraat eveneens een woning was gekraakt, die na ontruiming zou worden gebruikt als pakhuis. ‘Alweer goede woonruimte aan het woningbestand onttrokken’, was het commentaar van de krakers. De burgemeester wilde niet op de vragen van Walle ingaan, maar wilde zijn best doen om te bereiken dat de krakers in ieder geval tot maandag in het pand zouden kunnen blijven. Hij kon overigens ‘geen enkele garantie geven dat zijn pogingen succes zouden hebben’. Kort daarna verlieten de krakers de Narmstraat. Leidsch Dagblad 11 januari 1972

‘Alweer goede woonruimte aan het woningbestand onttrokken’ Een week later kwam de zaak nogmaals ter sprake in de gemeenteraad. Inmiddels zou een actiegroep zijn gevormd ‘die wil verhinderen dat er van bruikbare woonruimte pakruimte gemaakt wordt’. Van de groep werd echter weinig meer vernomen. Het voorstel van Walle om slechte huizen waar geen gezinnen in konden wonen ‘in ieder geval dan aan jongeren beschikbaar te stellen in plaats van om te vormen tot pakhuizen’ vond geen gehoor. De wethouder kwam niet veel verder dan te stellen dat hij ‘de krakerij een groot kruis’ vond: ‘Krakers belemmeren vaak huisvesting van talrijke andere mensen, die soms veel dringender onder dak gebracht moeten worden. In sommige gevallen kan ik wel begrip opbrengen voor krakers, maar ik kan het niet goedpraten.’ Leidsch Dagblad 18 januari 1972

Leidsch Dagblad 10 augustus 1972, 5 januari 1972, 6 januari 197211 januari 1972, 18 januari 1972