1970
'71
'72
'73
'74
1975
'76
'77
'78
'79
1980
'81
'82
'83
'84
1985
'86
'87
'88
'89
1990
'91
Woninginnedag
gepubliceerd op 08 aug 2017 door Merel Snoep

30 april 1980 is een belangrijke dag in de kraakgeschiedenis van Nederland. Op ‘Woninginnedag’ grepen krakers en andere actievoerders tegen de woningnood de troonwisseling aan voor uitgebreide acties onder het mom ‘Geen woning. Geen kroning’.

De actievoerders lasten deze dag in ‘omdat de miljoenen voor de kroningsdag en Koningin Beatrix beter besteed hadden kunnen worden aan goedkope woningbouw’. Uiteindelijk werden in zevenentwintig verschillende steden duizenden woningzoekenden aan een woning geholpen. In veel steden, waaronder Leiden, ging dit gepaard met heftige confrontaties met de politie. Vooral in Amsterdam werd er stevig gevochten. De meeste mensen associëren ‘Woninginnedag’ dan ook overwegend met de rellen in Amsterdam.

Er vonden echter ook zeer interessante gebeurtenissen plaats in Leiden op ‘Woninginnedag’ die de moeite waard zijn om te onderzoeken. Zoals PSP-raadslid Hilda Pashier dat zo mooi verwoordde in het Leidsch Dagblad: ‘het zou een ernstige fout zijn om dit soort voorvallen ondergeschikt te maken aan een onbehaaglijk gevoel over de uit de hand gelopen situatie in de hoofdstad’.  Leidsch Dagblad 1 mei 1980; Leidsch Dagblad 20 mei 1980

Tijdens ‘Woninginnedag’ werden er in Leiden vijf verschillende panden gekraakt door zo’n zeventig krakers. Vier van de vijf kraakacties mislukten: de krakers van Oude Singel 206 en Prinsessekade 5 werden ontruimd en de HEMA-winkel aan de Haarlemmerstraat en de HEMA-panden aan de Janvossensteeg bleken onbewoonbaar. De laatste kraakactie, die van Oude Singel 170, was echter wel succesvol: de krakers konden voorlopig blijven zitten. ‘Woninginnedag’ heeft een lange nasleep gehad in Leiden omdat er naderhand veel kritiek werd geuit op het politieoptreden die dag. Vooral tijdens de ontruiming van Oude Singel 206 en Prinsessekade 5 had de politie volgens velen verkeerd gehandeld en waren er extreem gewelddadige situaties ontstaan.

‘D’r uit of we slaan je d’r uit’ ‘Woninginnedag’ begon in Leiden om elf uur ’s ochtends toen ongeveer vijfentwintig krakers het in het centrum gelegen pand Oude Singel 206 probeerden te bezetten ‘onder zeer grote publiek belangstelling’. Het pand stond al meer dan een jaar leeg, maar was onlangs verkocht en de nieuwe eigenaar had al een bouwvergunning verkregen. Daarom besloot de politie het pand meteen te ontruimen toen de daders op heterdaad betrapt werden. ‘D’r uit of we slaan je d’r uit’ riepen de agenten volgens het Leidsch Dagblad, waarna ze het huis in stormden en meerdere krakers de trap af sleurden. Intussen waren de overige krakers ijlings deuren aan het barricaderen waarachter ze zich konden verschuilen.

Omdat de politie last had van de alsmaar toenemende stroom toeschouwers en demonstranten bij de uitvoering van de ontruimingsactie riepen ze de menigte op om zich te verspreiden. Omdat er nauwelijks gereageerd werd op deze oproep zette de politie twee honden in. Zes mensen liepen hierbij hondenbeten op. Eén meisje moest zelfs naar het ziekenhuis om een wond op haar knie te laten hechten. Volgens het Leidsch Dagblad koelden demonstranten hun woede ‘door de hondengeleider uit te schelden en de man met stokken te bedreigen’.

De krakers lieten zich uiteindelijk ‘lijdzaam naar buiten voeren’ nadat de politie hun barricades had doorbroken. De politie had hierbij volgens de krakers koevoeten en breekijzers gebruikt en ook zou ‘enig huisraad’ door de agenten op straat kapot zijn gegooid. Leidsch Dagblad 1 mei 1980Leidse Courant 1 mei 1980

Kraak de speculant! Na de ontruiming van Oude Singel 206 splitsten de krakers zich op in drie verschillende groepen. De eerste groep deelde op straat stencils uit, ‘waarin de beweegredenen van de krakers uiteen werden gezet’. De tweede groep voerde op andere plekken in de stad ‘schijn-kraakacties’ uit om de politie op een dwaalspoor te zetten. Zo werden de HEMA-winkel aan de Haarlemmerstraat en de HEMA-panden aan de Janvossensteeg, die al jaren leegstonden, in de middag beschilderd met de teksten: ‘kraak de speculant’ en ‘HEMA, vier panden leeg’.

Hierna werden deze panden ook gekraakt, maar ze bleken voor bewoning niet geschikt. Ook werd het pand Breestraat 24 beplakt met ‘sjablonen van vriendelijke honden’ uit protest tegen het feit dat de gemeente ‘vervaarlijk ogende’ honden gebruikte om leegstaande panden te bewaken. Leidse Courant 1 mei 1980; Leidsch Dagblad 1 mei 1980

De derde groep bestond uit ongeveer vijftien man en kraakte omstreeks drie uur het voormalige pand van advertentieblad De Leidse Post aan de Prinsessekade 5. De politie greep in eerste instantie niet in omdat de etage al anderhalf jaar leegstond. ’s Avonds ontstond er echter commotie rondom het gekraakte pand. De eigenaar van het pand had een knokploeg opgetrommeld die gewapend met een motorzaag en een hakbijl het pand probeerde binnen te dringen. De politie werkte de knokploeg uiteindelijk ‘met zachte drang’ weg.

Later op de avond toog er opnieuw een knokploeg naar het pand van ‘mensen die vinden dat kraken op de kroningsdag niet past’. De krakers voelden zich zo bedreigd door deze knokploeg dat ze de politie verzochten hen uit het pand te halen. Ongeveer tegelijkertijd met deze evacuatie werd nog een pand aan de Oude Singel gekraakt. Ditmaal ging het om nummer 170. Omdat dit pand al anderhalf jaar leeg stond besloot de gemeente voorlopig niet tot ontruiming over te gaan. Meer informatie over deze kraakactie is helaas niet bekend. Leidsch Dagblad 1 mei 1980; Leidsch Dagblad 20 mei 1980Leidse Courant 1 mei 1980

‘Woninginnedag’ had een lange nasleep in Leiden, omdat veel mensen kritiek leverden op het (hardhandige) politieoptreden die dag. Zo spraken PSP-gemeenteraadsleden Annelies Ponsen en Jos van der Putten zich in het Leidsch Dagblad uit over ‘het totaal overbodige inzetten’ van politiehonden tijdens de ontruiming van Oude Singel 206. Ook PSP-raadslid Hilda Passchier sprak schande van het inzetten van honden tegen ‘mensen die niet wilden knokken, of de politie wilden pesten, doch “slechts” de schandalige leegstand in onze stad aan de kaak wilden stellen’. Politiecommissaris Van Voorden stelde echter dat het inzetten van de honden ‘betreurenswaardig maar echt noodzakelijk was’.

‘Volgens hem zaten er mensen tussen de krakers die er “gericht” op uit waren geweld te plegen tegen politiemensen’, aldus het Leidsch Dagblad. Vanuit de Leidse Courant kwam echter een ander geluid. Zij ondervroegen niet politiecommissaris Van Voorden, maar hoofdcommissaris Mosterd, die volgens hen ‘ruiterlijk’ toegaf dat het inzetten van politiehonden een ‘tactische fout’ was. Als reden voor deze fout gaf hij: ‘Er was sprake van irritatie bij de politieagenten die bij de ontruiming waren betrokken. De krakers treiterden hen.’

Ook op het politieoptreden tegenover de knokploegen die Prinsessekade 5 wilden ontruimen, werd veel kritiek geleverd. De politie zou zich tegenover beide knokploegen te afwachtend hebben opgesteld. ‘Volgens de krakers trad de politie niet op toen een lid van de knokploeg één van de krakers met een zaag trachtte te verwonden’, aldus de Leidse Courant over het eerste incident.

Ook vond PvdA- fractieleider Peters het een ‘rare zaak’ dat de leden van de eerste knokploeg niet onmiddellijk gearresteerd waren. Zij hadden de krakers immers bedreigd met een hakbijl en een motorzaag. Politiecommissaris van Voorden bracht hier tegenin ‘dat de politie de zaak niet wilde escaleren door de mannen ter plekke aan te houden’. Bovendien stelde hij dat beide mannen inmiddels geverbaliseerd waren. Door het afwachtende optreden van de politie tijdens het eerste incident waren de krakers er niet gerust op dat de politie hen zou beschermen toen de tweede knokploeg arriveerde.

‘Alles doen om een confrontatie te voorkomen’ Ze verlieten daarom het pand vrijwillig (echter wel onder politiebegeleiding). De politie stelde echter dat zij wel degelijk in staat en van plan waren geweest de krakers te beschermen. Ze zouden de krakers toegezegd hebben ‘dat de politie alles zou doen om een treffen tussen de krakers en een knokploeg te voorkomen’. Ook zou de politie voortdurend in burger voor het pand hebben gepost en zouden er politiemensen op het bureau paraat hebben gestaan om eventueel in te grijpen. Leidsch Dagblad 1 mei 1980; Leidsch Dagblad 2 mei 1980; Leidsch Dagblad 20 mei 1980, Leidse Courant 1 mei 1980

Conclusie
De gebeurtenissen in Leiden op 30 april 1980 laten zien dat krakers niet alleen stedelijk, maar ook landelijk georganiseerd waren in Nederland: Leiden was slechts een van de 27 steden waar tijdens ‘Woninginnedag’ gekraakt werd om te protesteren tegen de nijpende woningnood. Hoewel de gebeurtenissen in Leiden in het niet vielen bij de rellen in sommige andere steden, hebben ze een grote impact gehad op Leiden en haar bevolking.

Vooral het politieoptreden rondom de panden Oude Singel 206 en Prinsessekade 5 heeft veel stof doen opwaaien in Leiden. In het Leidsch Dagblad en de Leidsche Courant werden gedurende de maand mei meerdere artikelen geplaatst waarin tegenstanders van het politieoptreden aan het woord werden gelaten. De politie kreeg in sommige artikelen de kans om zich te verdedigen, maar de tegenstanders waren in alle artikelen overheersend.

Daarom kan gesteld worden dat de beeldvorming rondom het politieoptreden op ‘Woninginnedag’ in het Leidsch Dagblad en de Leidse Courant over het algemeen vrij negatief was. Deze negatieve beeldvorming dwong de politie om haar beleid ten opzichte van krakers nog eens onder de loep te nemen. Ook de Leidse gemeente werd door de acties op ‘Woninginnedag’ gedwongen om opnieuw te kijken naar de problemen omtrent het woningbeleid in Leiden. Kraken functioneerde dus succesvol als politiek drukmiddel.

Leidsch Dagblad 1 mei 1980, 2 mei 1980, 20 mei 1980 en Leidse Courant 1 mei 1980